Overslaan en naar de inhoud gaan

Zoek naar woorden in 12 partijprogramma's

Geef een of meerdere woorden
Selecteer een van de filters en klik op 'Toepassen' om het resultaat te zien

Nu doorpakken - CDA

Voor een sterke en eerlijke economie

Een betrouwbare en dienstbare overheid

Een veilige en verantwoordelijke samenleving



De tweede huiskamer

Voor dit verkiezingsprogramma hebben we leden en niet-leden van het CDA opgeroepen om hun beste ideeën voor het programma met ons te delen. Dit kon via de website van de Tweede Huiskamer der Staten-Generaal. Ruim 2000 mensen hebben meegedacht en meer dan 18.000 ideeën ingestuurd. Met deze ideeën is de programma-commissie aan de slag gegaan en het resultaat vind je terug in dit programma. Je herkent de ingezonden voorstellen aan het icoontje van de blauwe Tweede Huiskamerzetel. Tweedehuiskamer.nl

Voorwoord Wopke Hoekstra

We stropen de mouwen op.

De verkiezingen van 17 maart 2021 gaan over de vraag hoe we verder willen na deze crisis. Willen we terug naar hoe het was, of kijken we vooruit en gaan we aan de slag? Wij kiezen voluit voor de weg vooruit. Door grondig aan te pakken wat de afgelopen jaren op zijn beloop is gelaten en is scheefgegroeid. En op de keuzes die ons voorbereiden op de toekomst die voor ons ligt pakken wij door. De keuze voor een beter, eerlijker en duurzaam Nederland.

Het Nederland van nu is gebouwd op de belofte van de vooruitgang. Wie zich inspant wordt daarvoor beloond en wie hard werkt kan van een dubbeltje een kwartje worden. Zo hebben de generaties voor ons dit land groot gemaakt en zijn we een van de beste landen ter wereld geworden om te wonen, werken en leven.

Toch staat die belofte van vooruitgang voor steeds meer mensen onder druk.

De coronacrisis heeft veel onzekerheden blootgelegd, maar al voor het virus rondging zorgden de grote veranderingen van deze tijd voor toenemende somberheid en verdeeldheid. Economische verschillen namen toe, de saamhorigheid nam af en de overheid bood steeds minder de bescherming waar mensen wel op rekenden.

Daarom stropen we de mouwen op. Wij brengen de basis op orde door vertrouwde zekerheden als een vaste baan, een betaalbare woning en een veilige buurt ook voor de jongeren en gezinnen van nu weer bereikbaar en vanzelfsprekend te maken. Wij versterken de samenleving door onze normen te bewaken en onze waarden te beschermen. Wij investeren in de economie van morgen met een ambitieuze en duurzame toekomstagenda voor innovatie, technologie en de ontwikkeling van nieuwe regio’s.

Verandering gaat niet vanzelf. Het begint bij de keuzes die we zelf maken.

Dat maakt deze verkiezingen misschien wel tot de belangrijkste van onze generatie. Omdat we kunnen kiezen voor een eerlijkere, betere en duurzame toekomst.

De keuze voor een andere koers en een nieuw begin.

Wopke Hoekstra

Nu doorpakken

Deze verkiezingen gaan over het Nederland waar we met elkaar willen leven, wonen en werken. Over de toekomst van ons land en onze plek in Europa en de wereld. Over de grote keuzes van deze tijd. De opgave om het land uit de crisis te leiden is enorm, maar biedt ook kansen op een beter Nederland.

Dit is onze visie op een beter Nederland.

We hebben het voorrecht te leven in een mooi land. Een land waar vrijheid en burgerschap elke dag worden beleefd. Een welvarend land met een rijke historie. Een innovatief land van ontdekkers, vernieuwers en voorlopers in wetenschap en kunst. Een ondernemend land van pioniers en doeners, van start ups tot multinationals die in de regio even sterk staan als op de wereldmarkt. Een vrijwilligersland van mantelzorgers, buurtvaders en mensen van goede wil die steeds voor zichzelf en voor anderen het goede voor ogen hebben.

Maar we zijn ook een land dat in de afgelopen jaren onzeker is geworden. In een tijd van grote veranderingen, globalisering en individualisering zijn we elkaar kwijtgeraakt. Met een deel van ons ging het beter dan ooit, maar anderen kregen steeds meer het gevoel grip te verliezen of aan de kant te staan. Onzekerheid over de toekomst heeft geleid tot een on-Nederlandse polarisatie. We missen het gevoel van solidariteit en saamhorigheid. Het vertrouwen dat we bij elkaar horen en één gemeenschap zijn.

Corona heeft die onzekerheid vergroot. Het virus heeft kwetsbaarheden blootgelegd in de economie, op de arbeidsmarkt en in de zorg. Niet eerder werden onze vrijheden zozeer beperkt en waren de zorgen over onze toekomst, gezondheid en welvaart in het leven van elke dag zo tastbaar.

Daarom is dit het moment om stil te staan bij de vraag waar we heen willen. Een beslissend moment om lessen te trekken en vooruit te kijken. Want de verandering die we willen, begint bij keuzes die we zelf maken. Voor een samenleving die zekerheid en bescherming biedt. Waar een eigen woning, een vaste baan en een fatsoenlijk inkomen voor iedereen bereikbaar zijn. Waar omzien naar elkaar, respect en fatsoen vanzelfsprekend zijn en vrijheid en solidariteit geen tegenstellingen.

Om die keuzes te maken gaan we terug naar onze waarden. Want daar begint het voor ons allemaal mee, de grondbeginselen van de christendemocratie: solidariteit, gespreide verantwoordelijkheid, publieke gerechtigheid en rentmeesterschap. Deze grondbeginselen vinden hun basis in de Bijbel. Wij laten ons hierdoor inspireren in ons handelen voor mens, maatschappij en overheid.

Voor een betere toekomst van Nederland ligt er een opgave voor ons allemaal. De opdracht van gespreide verantwoordelijkheid is daarmee actueler dan ooit en biedt een antwoord op de onzekerheid van deze tijd en de groeiende tegenstellingen in onze samenleving. We moeten er samen de schouders onder zetten en samen doorpakken. Want we hebben de grote verantwoordelijkheid om goed voor onszelf en de mensen om ons heen te zorgen. En we hebben een tweede verantwoordelijkheid om naar vermogen bij te dragen aan iets dat groter is dan ons eigen zelf: de samenleving waar we onderdeel van zijn. Alleen samen krijgen we de verantwoordelijke samenleving die we voor ogen hebben. Daar zijn ieders talenten voor nodig, welke dat ook zijn.

Samenwerking en gedeelde verantwoordelijkheid bieden perspectief en vertrouwen. Dat noemen we de coöperatieve samenleving, waar we samen sterker staan dan alleen. Wij geven alle ruimte aan de samenleving door onnodige regels te schrappen en zeggenschap terug te geven. En wij versterken het vertrouwen dat we één gemeenschap zijn en met elkaar elke uitdaging aan kunnen.

Niet alleen in de samenleving, ook in de economie geldt dat ieder zijn verantwoordelijk- heid heeft. We werken toe naar een eerlijke economie. Samen de schouders eronder, samen doorpakken. Met ondernemers bouwen wij aan een duurzaam, concurrerend en innovatief Nederland. Als goede rentmeesters schuiven we geen problemen door naar volgende generaties, maar nemen we onze verantwoordelijkheid voor hun toekomst. We pakken de kansen die onderzoek en innovatie bieden. En waar de markt tekortschiet nemen we de regie terug door de samenleving in stelling te brengen en de samenwerking van onderop te vergroten.

Ook bij de overheid ligt een duidelijke verantwoordelijkheid, ook van de overheid vragen we om nu door te pakken. Om uit de crisis te komen investeren we in een krachtig herstel en nieuwe banen en maken we tegelijk de omslag naar een sterke, eerlijke en innovatieve economie. Tegelijkertijd ligt er bij de overheid een verantwoordelijkheid om weer dienstbaar en slagvaardig te worden, om er voor de burgers te zijn. Een overheid die zowel oplossingen als bescherming biedt en tegelijk de ruimte laat aan de samen- leving om eigen keuzes te maken. We werken aan het herstel van vertrouwen dat in de afgelopen periode is geschaad en verbeteren de kwaliteit en de dienstverlening.

Dit zijn onze voorstellen voor een beter Nederland. In een nieuw sociaal contract herstellen we het evenwicht tussen de burger, de markt en de overheid. En laten we niet los tot het goed geregeld is. We pakken door.

****

Corona is een ongekende crisis die ons allemaal raakt. In de economie, in de samen- leving, maar zeker ook in de wereld om ons heen. De opdracht om ons land uit de crisis te leiden is groot en komt bovenop de grote vraagstukken die er voor corona al lagen: het klimaat, de vergrijzing, migratie en de polarisatie van de samenleving. Niet eerder kreeg één generatie zoveel urgente keuzes voorgelegd als de generaties van nu.

Daarom is dit ook geen klassiek verkiezingsprogram. Niet alles is tot drie decimalen achter de komma uitgerekend. Dat past niet bij de grote keuzes die voorliggen. Het is een veranderagenda, waarin wij aangeven waarom wij deze keuzes willen maken. Dat geeft ruimte én richting aan onze volksvertegenwoordigers om na de verkiezingen te doen wat nodig is. Om door te kunnen pakken daar waar het nodig is. Maar het geeft vooral de ruimte aan het fundamentele en morele debat over hoe dat andere Nederland eruit moet zien.

We weten nu nog niet wat ons te wachten staat. Hoe lang het virus nog rondwaart en hoe diep de economische crisis zal zijn. Daarom presenteren we onze keuzes, maar zijn we behoedzaam in onze beloftes en kunnen sommige ambities wat meer tijd kosten. Wel staat vast: dit is het moment voor verandering. Wij staan klaar. Om verantwoordelijkheid te nemen. Om nu door te pakken.

Onze prioriteiten 2021-2025

  • 1. Wij zetten de schouders onder een krachtig economisch herstel en investeren in nieuwe banen, kennis en innovatie. We gaan voor de beste ideeën van Nederlandse bodem als basis voor een sterke en eerlijke economie van morgen.
  • 2. Wij willen een dienstbare en beschermende overheid die er altijd voor de burger is. We herstellen het vertrouwen dat in de afgelopen periode is geschaad en versterken de instituties die in onze samenleving zorgdragen voor het algemeen belang.
  • 3. Je gezin is je thuis waar we altijd voor elkaar zorgen. Daarom bieden wij gezinnen meer tijd en ruimte om werk en thuis te combineren. Wij ontzorgen jonge ouders met een nieuwe regeling voor kinderopvang en bieden ondersteuning aan mantelzorgers.
  • 4. Iedereen doet mee en neemt verantwoordelijkheid. Alleen als we die verantwoordelijkheid gezamenlijk oppakken, kunnen we de uitdagingen die voor ons liggen aan.
  • 5. Wij versterken de strijd tegen ondermijning en de georganiseerde criminaliteit in ons land. Met meer capaciteit voor politie en justitie en hogere straffen pakken we door om een serieuze ontwrichting van de rechtsstaat en de samenleving te voorkomen.
  • 6. Wij houden de zorg voor iedereen bereikbaar, beschikbaar en betaalbaar door de zorg beter te organiseren, te blijven innoveren en meer te investeren in preventie en gezondheid. Wij houden het eigen risico gelijk en versterken de zorg dichtbij huis en in de regio.
  • 7. Wij maken serieus werk van de vergroening en verduurzaming van ons land. Met een groene en schone leefomgeving, investeringen in schone energie en vermindering van uitstoot dragen we bij aan de doelen van Parijs. Wij betrekken burgers vooraf bij grote besluiten en bieden ruimere regelingen voor investeringen in isolatie en energie- besparing aan je eigen huis.
  • 8. Wij zorgen dat je in elke baan weer de waardering, zekerheid en ruimte krijgt om het beste uit jezelf te halen en te bouwen aan je eigen toekomst. We zorgen dat meer werken ook meer loont.
  • 9. Wij pakken het woningtekort aan door in heel het land in de komende tien jaar een miljoen betaalbare en duurzame woningen te bouwen. Een kwart van de nieuwbouw is bestemd voor starters en jongeren en we bieden meer variatie in het woningaanbod voor ouderen.
  • 10. Van krimpgebieden maken we groei- regio’s door volop te investeren in de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve economische clusters in het hele land. Zo maken we optimaal gebruik van de ruimte die de regio biedt en houden we de grote steden leefbaar en betaalbaar voor iedere portemonnee.
  • 11. Wij versterken de grip op migratie om de integratie en opvang beter te organiseren en het draagvlak voor asiel en migratie te behouden. In Europa maken we afspraken over een solide asiel- en migratiebeleid voor de toekomst.
  • 12. Als klein land met een open economie hebben wij voor onze welvaart en veiligheid groot belang bij een sterk en stabiel Europa, dat staat voor de bescherming van de waarden van democratie en rechtsstaat en onze manier van leven. Investeringen in Defensie zijn nodig om onze veiligheid te beschermen.

Thuis

Het gezin is de plek waar je opgroeit en waar je alles leert wat je later nodig hebt. In onze gezinnen en families leren we van elkaar en zijn we thuis. Daarom beschermen en versterken wij dat wat het belangrijkste is in het leven.

We beschermen wat ons het meest dierbaar is: onze families en gezinnen

Ieder gezin of familie is een thuis. Het maakt geen verschil of je alleen woont, met zijn tweeën of met meer; in een traditioneel gezin, in een samengesteld gezin, als alleenstaande ouder of in een regenbooggezin. Daar waar mensen onvoorwaardelijk voor elkaar zorgen en elkaar steunen ben je geborgen en beschermd.

Maar juist dat thuis staat steeds vaker onder druk. Voor jonge gezinnen is de combinatie van werken en zorgen een hele opgave. Het is permanent spitsuur en daardoor is er te weinig tijd voor elkaar. Ook de kosten voor levensonderhoud zijn steeds hoger geworden. Eén gewoon inkomen van een leraar of verpleegkundige is al lang niet meer genoeg om jezelf en je gezin te onderhouden, een betaalbaar huis te vinden en de studie van je kinderen te betalen. Een op de negen kinderen groeit op in armoede en gezinnen met middeninkomens merken steeds vaker dat ze buiten alle regelingen vallen en voor alles de volle mep moeten betalen.

Dat moet anders. Wij kiezen voor een gezinsvriendelijke samenleving, waar het belang van onze kinderen en gezinnen steeds voorop staat en waar we daar samen voor verantwoordelijk zijn. Omdat sterke gezinnen en hechte families de basis zijn waar je altijd op kan terugvallen. De hoeksteen van onze samenleving.

  • Veel gezinnen zijn een steeds groter deel van hun inkomen kwijt aan vaste lasten. Dat raakt vooral de middeninkomens die buiten de aanvullende regelingen vallen. Daarom willen wij hen voorrang geven bij lastenverlichting. Ook willen wij maatregelen die de extra uitgaven voor energiebesparing en isolatie in de eigen woning voor burgers betaalbaar houden. Met de nieuwe basisbeurs kunnen jongeren doorleren zonder grote schulden te maken.
  • De landen om ons heen kennen veel ruimere regelingen die de zorg van gezinnen verlicht. Wij verruimen de kindregelingen en bieden jonge ouders extra ondersteuning in de vorm van meer betaald verlof na de bevalling voor één van de ouders, meer kinderopvang en betere (financiële) faciliteiten om de combinatie van werk, zorg voor het gezin en maatschappelijke betrokkenheid vol te houden.
  • In een nieuwe regeling voor de kinderopvang wordt de opvang rechtstreeks betaald door de overheid met een beperkte inkomensafhankelijke bijdrage voor de ouders. De nieuwe regeling is bedoeld voor werkende ouders, voor chronisch zieken die niet of beperkt voor hun kinderen kunnen zorgen, maar ook voor kinderen die anders met een achterstand aan het basisonderwijs beginnen.
  • Thuiswerken bleek in de coronacrisis veel voordelen te hebben. In het verkeer zorgde het bovendien voor minder files en uitstoot. Daarom stimuleren wij thuiswerken voor beroepen waarin dat mogelijk is. Afspraken over het combineren van kantoor- en thuiswerk en flexibele werktijden worden opgenomen in de cao’s. Daarbij mag de soms negatieve invloed van thuiswerken op het sociale aspect van werken niet uit het oog worden verloren.
  • Werkgevers en werknemers gaan afspraken maken over ruimere mogelijkheden voor calamiteitenverlof en rouwverlof. We verruimen de aanspraak op het ouderschapsverlof tot het 18e jaar.
  • Mantelzorg overkomt je. Dat doe je als een naaste je zorg nodig heeft. Wij willen een betere ondersteuning voor mantelzorgers om die zorg ook te kunnen bieden. Wij vergroten het aanbod van respijtzorg en maken de aanvraag eenvoudiger. Wij willen in meer CAO’s afspraken over mantelzorgverlof en willen ook meer mogelijkheden voor scholieren en studenten die naast hun opleiding mantelzorg bieden aan een familielid of buurtgenoot. Ook moet er meer aandacht komen voor mantelzorgers die het mogelijk maken dat ouderen langer thuis blijven wonen.
  • Wij komen met een concreet plan om het aantal kinderen dat in armoede opgroeit in vier jaar tijd te halveren. Gezinnen worden geholpen met werk, gemeenten krijgen meer ruimte (en de daarbij behorende financiële middelen) voor maatwerk en de regels voor schuldeisers worden aangescherpt. Zo wordt het toepassen van risico-opslag bij leningen aangepakt, komt er een maximum aan de incassokosten en wordt de maximale termijn voor schuldhulpverlening teruggebracht van drie naar anderhalf jaar. Om te zorgen dat minder mensen in de schulden komen worden flitskredieten geregistreerd.
  • De overheveling van de jeugdzorg naar de gemeenten heeft de zorg toegankelijker gemaakt, maar ook veel duurder. We zien een wildgroei van nieuwe aanbieders die heel gemakkelijk veel geld verdienen aan de lichte zorg. Er is sprake van een toename van jongeren in de jeugdzorg. Hierdoor is de zwaardere zorg in de knel gekomen en kampen veel gemeenten met grote tekorten. De ketensamenwerking in de jeugdzorg staat onder druk. Daarom moeten we met gemeenten scherper kijken naar welke zorg echt nodig is voor jongeren en stellen we hogere eisen aan zorgaanbieders. We stimuleren samenwerking met huisartsen, zorgverzekeraars en passend onderwijs. Ook verbeteren we de ketensamenwerking, met name ten behoeve van jeugdbescherming en essentiële jeugdzorg. We kijken kritisch naar de organisatie van de specialistische jeugdzorg. We trekken samen met gemeen- ten op in het oplossen van de jeugdzorgproblematiek, ook in het grip krijgen op de toegang tot jeugdzorg. In situaties waarin meerdere instanties betrokken zijn, wordt één eindverantwoordelijke instantie aangewezen. Dyslexie-problematiek hevelen we over van jeugdzorg naar onderwijs, met de budgetten die daarbij horen.
  • De coördinatie en onderlinge communicatie door hulpverlenende instanties in de jeugdzorg dient te worden verbeterd door in situaties waarin meerdere instanties betrokken zijn één eindverantwoordelijke instantie aan te wijzen.
  • Mensen met een beperking zijn burgers die net als iedereen mee willen doen in onze samenleving. In lijn met het VN-Verdrag voor mensen met een handicap kijken we niet naar wat niet kan, maar zoeken we altijd naar oplossingen hoe het wel kan. Kinderen met een beperking die naar een gewone school kunnen, moeten deze mogelijkheid krijgen. Daarnaast willen we meer mogelijkheden voor sport en beweging voor deze groep. Ook voor mensen met een beperking geldt als uitgangspunt dat werk moet lonen.
  • Als familie- en gezinspartij willen wij een goede en ruime regeling voor deelgezag. Partners die de verantwoordelijkheid dragen voor het opgroeien en opvoeden van kinderen moeten daarvoor ook juridisch de ruimte krijgen. Het belang van het kind staat hierbij altijd voorop.
  • Als de relatie tussen ouders of partners tot problemen leidt of stuk loopt kijken wij altijd als eerste naar het belang van de kinderen. Om vechtscheidingen te voorkomen bieden we laagdrempelige relatiehulp via de centra voor Jeugd en Gezin. Het is belangrijk dat kinderen het recht hebben op het onderhouden van de relatie met hun respectievelijke ouders en grootouders.
  • Wij willen kinderen beter beschermen tegen ongewenste en ongezonde invloeden van commercie en marketing, slechte voeding en verslaving. Marketing gericht op kinderen en in-game aankopen in online games voor kinderen worden aangepakt. Onlinekanalen komen onder het regime van de Kijkwijzer en er komt meer aandacht voor de opvoeding in de ‘digitale wereld’.
  • Het is belangrijk dat kinderen al vroeg leren omgaan met geld. Daarom roepen wij een nieuwe zilvervlootrekening in het leven, waarbij kinderen op hun 18e verjaardag een premie ontvangen over het gespaarde geld. Zo maken we sparen voor kinderen toch aantrekkelijk bij de huidige lage rentestand. De maximale jaarlijkse inleg krijgt een vrijstelling voor de vermogensrendementsbelasting.
  • Wij beschermen gezamenlijke feestdagen en de zondag als rust- en familiedag, om samen met je gezin, je familie en vrienden tijd voor elkaar te hebben en te ontspannen van een drukke week. We vragen hier aandacht voor bij werkgevers.

Een betere start voor jongeren

Corona heeft het leven van jongeren op zijn kop gezet. Van de ene op de andere dag gingen scholen dicht en zaten de meeste jongeren thuis. Stappen of sporten zat er even niet in en veel jongeren verloren hun eerste baan of bijbaantje. Als samenleving deden we een groot beroep op hun solidariteit: om de ouderen en kwetsbaren te beschermen leverden de jongeren veel van hun vrijheid in.

Die solidariteit vraagt ook dat we met elkaar alles op alles moeten zetten om te voorkomen dat de jongeren van nu opgroeien als de coronageneratie die straks veel minder kansen krijgt dan de generaties voor hen. Ook al voor corona hadden veel jongeren het gevoel klem te zitten voordat ze van start gaan met hun eigen leven. Ze moeten schulden maken om door te leren en een vaste baan of een eigen woning is voor velen onbereikbaar geworden. De overstap naar zelfstandigheid of het starten van een eigen gezin zijn daardoor veel zwaarder dan voor veel generaties voor hen.

Meer dan voorheen groeien jongeren op in gescheiden werelden. Na de basisschool kom je binnen je eigen bubbel steeds minder mensen tegen met een andere achtergrond. Dat is niet goed. In de coöperatieve samenleving hebben we elkaar altijd nodig en zijn gedeelde ervaringen belangrijk om het idee levend te houden dat we één gemeenschap vormen. Nieuwe ontmoetingen zijn ook een belangrijk wapen in de strijd tegen de toenemende eenzaamheid onder jongeren.

  • Wij willen een nieuwe basisbeurs in de plaats van het huidige leenstelsel. Zo zorgen we dat alle jongeren weer de kans krijgen om zonder aarzelingen of belemmeringen door te leren in een vak of een studie. Daarnaast willen wij bij invoering van de nieuwe basisbeurs compensatie voor de ‘leenstelselgeneratie’.
  • Wij vragen aandacht voor jongeren die in coronatijd achterstanden hebben opgelopen of geen stage konden lopen. Zeker voor veel kwetsbare jongeren is het sluiten van de scholen extra zwaar geweest vanwege persoonlijke problemen of de thuissituatie. Met zomerscholen en een goede begeleiding bij doorstroming kunnen we de schade voor hen beperken.
  • Eenzaamheid blijft een serieus risico voor jongeren. We stimuleren lokale initiatieven die samenhangen met de zorg voor jongeren en betrokkenheid van sport, onderwijs en aanpalende sectoren.
  • De maatschappelijke diensttijd is al voor duizenden deelnemende jongeren een succes. Daarom willen wij dat deze diensttijd verder wordt ontwikkeld tot een landelijk dekkend en duurzaam netwerk voor alle jongeren tussen de 16 en 20 jaar, genaamd de nationale diensttijd. Jongeren gaan met elkaar aan de slag en leren hoe mooi en belangrijk het is om je in te zetten voor een ander en de samenleving. Dat kan bij Defensie maar ook bij maatschappelijke projecten op het terrein van zorg, welzijn, veiligheid, sport, natuur en klimaat. Voor voortijdige schoolverlaters of probleemjongeren kan de diensttijd een impuls zijn om een nieuwe weg in te slaan. Duurzame projecten dienen vanuit de samenleving en gedragen door de gemeenschap te ontstaan.
  • Ook in het onderwijs vinden wij het belangrijk dat jongeren buiten hun eigen bubbels elkaar blijven tegenkomen. Daarom willen we naast de Europese Erasmus projecten ieder jaar een landelijke Erasmus week, waarin leerlingen van verschillende soorten middelbaar onderwijs van school wisselen om ervaringen uit te wisselen en elkaar te leren kennen. Scholen worden hiervoor voldoende gefaciliteerd.
  • De woningnood raakt veel jongeren. Wachtlijsten voor een huurwoning zijn oneindig lang en een koophuis is vaak onbetaalbaar. Daarom gaan wij in het Nationale woonplan een kwart van de nieuwbouwwoningen bestemmen voor jongeren en starters. We komen met een nieuwe vorm van premie A-woningen en maken de startersleningen aantrekkelijker. Ook stellen wij in het woonplan een concreet doel waar en hoeveel nieuwbouwwoningen bestemd worden voor betaalbare en flexibele woonvormen voor ouderen. Daarnaast maken we werk van doorstroming, waardoor vaak te grote eensgezinshuizen waarin senioren wonen beschikbaar komen voor jonge gezinnen. Tevens willen we dat een studieschuld minder zwaar weegt op de maximale hoogte van het hypotheek- bedrag. We nemen belemmeringen weg om overbodige kantoorpanden en winkels zo snel mogelijk om te bouwen tot starterswoningen en appartementen.
  • Wij willen een duidelijke stem voor jongeren in het politieke debat over hun eigen toekomst. Dat kan natuurlijk altijd door lid te worden van een politieke partij als het CDA en mee te praten over de koers van onze partij. Maar wij willen ook een betere vertegenwoordiging van jongeren in adviesraden als de SER en maatschappelijke instellingen als woningcorporaties en pensioenfondsen.

Meer aandacht en zorg voor onze ouderen

Door de groeiende aandacht voor gezond leven en de goede zorg worden velen van ons steeds ouder. Dat is een rijkdom. Het bereiken van je pensioenleeftijd is al lang niet meer het begin van je oude dag, maar de start van een nieuwe levensfase. Met meer tijd voor je familie, je omgeving en de leuke dingen van het leven.

De beste manier om gezond oud te worden is door actief mee te blijven doen. Met de vergrijzing krijgen we een grote groep ouderen met een rijke levenservaring die nog volop in het leven staan en veel langer dan vroeger een unieke eigen bijdrage leveren aan onze samenleving. De extra zorg en aandacht die zij op latere leeftijd nodig hebben, brengen we met elkaar op.

Wij willen dan ook veel meer mogelijkheden voor ouderen die langer willen doorwerken of juist geleidelijker willen afbouwen. In hun werk, maar ook als vrijwilliger kunnen zij hun waardevolle werk- en levenservaring delen met de jongere generaties. Wij bieden ouderen meer keuze en variatie in een betaalbaar woningaanbod, dat past bij hun nieuwe levensfase.

In de coöperatieve samenleving spelen ouderen een onmisbare rol. Ze springen bij als oppas voor de kleinkinderen, als vrijwilliger of als mantelzorger voor hun partner of iemand in de buurt. Op hun beurt mogen onze ouderen altijd rekenen op de zorg van ons allemaal. De gelegenheid om voor anderen te kunnen zorgen in de wetenschap dat er voor jou gezorgd wordt als dat nodig is, is voor ons allemaal veel belangrijker dan we denken. Maar voor ouderen versterkt die wederkerigheid het gevoel dat ze betrokken blijven en gewaardeerd worden.

In de laatste levensfase wordt de kwetsbaarheid een grotere zorg in het dagelijks leven. Zorgen over je gezondheid of veiligheid kunnen leiden tot een gevoel van afhankelijkheid. Die fase kan confronterend zijn, maar mag in onze samenleving nooit leiden tot een gevoel tot last te zijn. Ouder worden is de kroon op een lang leven en daarmee net zo waardevol als de rest van het leven daarvoor.

  • Wij willen meer aandacht voor ouderen op de arbeidsmarkt. We treden streng op tegen leeftijdsdiscriminatie en belemmeringen om langer door te werken of het werk geleidelijk af te bouwen worden weggenomen. Met onze voorstellen voor leerrechten zorgen we dat iedere oudere tot aan het pensioen gekwalificeerd blijft voor het werk dat hij of zij doet. Wij verlagen drempels om ouderen in dienst te nemen en te houden.
  • We introduceren een recht op deeltijdpensioen, waarmee je vanaf vijf jaar voor de AOW-leeftijd minder kunt gaan werken. Werknemers en werkgevers maken hierover per sector afspraken in de eigen cao’s.
  • Wij willen dat scholen, bedrijven en verenigingen vaker een beroep doen op ouderen om als vrijwilliger, coach of mentor hun kennis en ervaring te delen met jongere generaties.
  • Wij willen meer variatie in het aanbod van woonvormen voor ouderen. Verzorgingshuizen nieuwe stijl, hofjes en kleinschalige appartementencomplexen zijn een aantrekkelijk alternatief voor ouderen die wel op zichzelf willen blijven wonen, maar niet langer de zorg voor een heel huis willen hebben. Denk hierbij ook aan gemengde woonvormen van jongeren en ouderen, zodat de jongere generatie ‘burenhulp’ kan bieden aan de oudere generatie als daar behoefte aan is.
  • Eenzaamheid blijft een serieus probleem voor ouderen die om zich heen steeds meer mensen zien wegvallen. We zetten het landelijke Actieplan ‘Een tegen eenzaamheid’ voort en stimuleren lokale initiatieven die samenhangen met de nationale diensttijd voor jongeren. We roepen iedereen op om door te gaan met de hartverwarmende initiatieven van ‘zorg voor elkaar’ die tijdens de coronacrisis ontstonden.
  • Iedere fase van het leven is waardevol, ook als de laatste levensfase gepaard gaat met gebreken of gezondheidsklachten. Die kwetsbaarheid hoort bij het leven en juist dan moeten we er voor ouderen zijn met goede zorg, ondersteuning en aandacht voor zingevingsvragen.
  • Kwaliteit van leven gaat over veel meer dan alleen de vraag wat medisch mogelijk is. Daarom willen wij meer ruimte en tijd voor het gesprek tussen ouderen, hun familie en de mensen in de zorg over de vraag welke zorg het beste is.
  • Op hogere leeftijd worden ouderen kwetsbaarder voor oplichting en kleine criminaliteit, ook via het internet. Dit heeft een grote impact op hun gevoel van veiligheid. Wij willen dat de politie, banken en bedrijven altijd extra aandacht geven aan meldingen en aangiftes van ouderen en extra aandacht voor veiligheid in verband met cybercriminaliteit.
  • Wij steunen het nieuwe pensioencontract, waarover sociale partners na vele jaren van overleg een akkoord hebben bereikt. Dat betekent dat we de in het pensioenakkoord genoemde doelen en randvoorwaarden steunen. Daarbij gaan wij ervan uit dat voor de transitieperiode kortingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Wij vinden het belangrijk dat bij de collectieve overgang de belangen van alle deelnemers, inclusief de gepensioneerden, goed worden beschermd. Dat vereist voldoende (mede)zeggenschap en goede juridische en procedurele waarborgen. Hier ligt ook een belangrijke rol voor de Tweede Kamer. Deze moet de wetgeving goed controleren, met name daar waar het gaat om de Europees- rechtelijke houdbaarheid, het voorkomen dat het pensioen in de toekomst te volatiel wordt, de balans tussen generaties en het voorkomen dat fondsen mogen beleggen met geleend geld (ook niet voor een bepaald cohort). Het pensioenstel- sel blijft een nationale verantwoordelijkheid en wordt tegen lage kosten uitgevoerd. Wij blijven aandringen op een goede regeling voor het nabestaandenpensioen en het arbeidsongeschiktheidspensioen. Ook voor zelfstandigen moet het eenvoudiger en vanzelfsprekender worden om een pensioen op te bouwen.
  • Veel ouderen en kwetsbaren lopen nu nog toeslagen mis, omdat ze niet weten voor welke regelingen ze in aanmerking komen. Wij willen een betere voorlichting over de bestaande regelingen in begrijpelijk Nederlands. Ook maken we het makkelijker dat de eigen kinderen of anderen namens de ouderen of kwetsbaren een aanvraag indienen.

Een veilige en verantwoordelijke samenleving

In een veilige en verantwoordelijke samenleving dragen we zorg voor elkaar. We moeten nu doorpakken door te zorgen voor goed onderwijs voor scholieren en studenten. Kwetsbaren en ouderen omringen wij met aandacht en zorg. De kracht van onze samenleving ligt in samenwerking van mensen die zelf hun schouders eronder zetten en omzien naar elkaar. Dat geeft het vertrouwen dat we met elkaar iedere uitdaging aan kunnen.

Zorg die voor iedereen beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar is

Bij geboorte, ziekte en in de laatste levensfase zijn wij het meest kwetsbaar en afhankelijk van de aandacht en liefde van anderen. Op die momenten wil iedereen de beste zorg en ondersteuning van de mensen in de zorg. Aan hen vertrouwen we het kostbaarste in ons leven toe: onze gezondheid.

Alle mensen in en rond de zorg leveren een ongelooflijke prestatie in de aanpak van het coronavirus. Dag en nacht zijn ze in touw voor de zorg voor patiënten, de verzorging van onze ouderen en de zoektocht naar een vaccin. Tegelijk zien we ook hoe kwetsbaar de zorg is in tijden van crisis. Meer dan ooit beseffen we hoe kostbaar onze gezondheid is en dat we altijd met elkaar de verantwoordelijkheid dragen om de zorg voor iedereen beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden.

Zorg is een basisrecht. Dat betekent dat zorg voor iedereen beschikbaar moet zijn. Dat geldt voor de gezondheidszorg, maar ook voor de zorg voor ouderen, mensen met een beperking en mensen die psychische zorg of jeugdzorg nodig hebben.

Om te garanderen dat goede zorg ook voor iedereen bereikbaar is versterken wij de rol van regioziekenhuizen. We zorgen voor voldoende personeel door het werk aantrekkelijker te maken en meer ruimte te laten voor hun eigen professionaliteit.

We worden met elkaar steeds ouder. Dat is iets om dankbaar voor te zijn. Het betekent ook dat de vraag naar zorg flink zal stijgen en dat zet de zorg onder druk. Ook de zorgkosten lopen hierdoor op. De grote opgave voor de komende jaren is om met elkaar te zorgen dat de zorg van hoge kwaliteit blijft, en voor iedereen toegankelijk en betaalbaar. Voor iedere portemonnee. We maken werk van preventie en het voorkomen van zorg. Met innovatie en digitalisering maken we menskracht vrij voor de zorg die alleen door mensen kan worden gedaan. En we gaan de zorg anders en beter organiseren: met minder marktwerking en meer samenwerking en de keuze voor zinnige zorg in het belang van de patiënt.

Met preventie is nog veel gezondheidswinst te behalen. Positieve gezondheid, preventie en meer aandacht voor gezond eten, sporten, overgewicht en niet-roken vergroten de kwaliteit van leven en verlagen de druk op de zorg.

  • In de bestrijding van de coronacrisis zijn er geen beperkingen als het gaat om de inzet van testen, beschermingsmiddelen en de capaciteit in de vitale functies van de corona-aanpak. Alleen samen krijgen we het virus onder controle.
  • De zorg is geen markt, maar mensenwerk. Het belang van de patiënt staat altijd voorop. Daarom kiezen wij voor minder marktwerking en meer samenwerking als basis voor de zorg. Wij willen af van ingewikkelde aanbestedingen, verkeerde financiële prikkels en productietargets voor zover die alleen maar leiden tot onnodige behandelingen. Winstuitkeringen horen hier ook niet bij. Zorgaanbieders moeten gericht zijn op zinnige zorg en bijbehorende verdienmodellen in plaats van dat zij door productie worden gedreven. Mocht blijken dat zorgaanbieders vooral door productie worden gedreven, dan moet worden ingegrepen, bijvoorbeeld door het in loondienst nemen van medisch specialisten. We verbeteren het risicovereveningsmodel zodat zorgverzekeraars die alleen gezonde verzekerden werven daar niet langer winst op kunnen maken.
  • Voor belangrijke geneesmiddelen en medische hulpmiddelen willen we niet langer afhankelijk zijn van een paar grote farmaceuten en verre landen als China en India. Waar nodig halen we de productie van grondstoffen en/of geneesmiddelen terug naar Europa en in eigen land leggen we een strategische voorraad aan van de belangrijkste medicijnen, grondstoffen en hulpmiddelen. We accepteren dat de kosten van de betreffende geneesmiddelen hoger uitpakken door de productie van grondstoffen en/of geneesmiddelen terug te halen naar Europa. Ook maken we in Europa afspraken over samenwerking op het terrein van productie en voorraden van vitale geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.
  • Wij intensiveren het eigen onderzoek naar nieuwe medicijnen en verpleegkundige en medische behandelingen. Met een budget van drie maal 100 miljoen euro starten wij een groot nationaal onderzoek naar de behandeling van drie veelvoorkomende volksziekten: kanker, obesitas en Alzheimer. Ook willen we een nieuw Europees ontwikkelfonds voor verpleegkundig en medisch onderzoek.
  • We maken een einde aan onzinnige regels waar veel zorgcoöperaties in ons land tegenaan lopen. Waardevolle maatschappelijke initiatieven, waarbij mensen zelf de zorg voor elkaar organiseren, verdienen extra ondersteuning en aandacht.
  • We maken samen met het veld een nieuwe zorgkaart voor heel Nederland, waarmee we de zorg anders en beter organiseren. Op regionaal niveau moet over de grenzen van de zorgdomeinen heen worden samengewerkt, om te zorgen dat het zorgaanbod in iedere regio past bij de zorgvraag en meer samenhang gaat vertonen. Die samenwerking komt niet vanzelf tot stand en vraagt om duidelijke regie en sturing in de regio door samenwerkende gemeenten, zorgkantoren en zorgverzekeraars, op basis van bewezen gemeenschappelijke interventies die vooral helpen om mensen hun zelfstandige leven te laten behouden (ouderenzorg) of herwinnen (ggz).
  • Voor de ziekenhuiszorg gaan we een duidelijk onderscheid maken tussen regio- ziekenhuizen en gespecialiseerde topcentra. Voor de belangrijkste basiszorg kan iedereen dichtbij in het eigen regioziekenhuis terecht. De acute zorg moet ook in de regio bereikbaar zijn. De gespecialiseerde topcentra - waaronder de universitair medische centra - concentreren zich op hoogspecialistische zorg, onderwijs en onderzoek. Zij laten de basiszorg over aan de regioziekenhuizen.
  • Omdat niet alle zorg in de praktijk ook leidt tot een betere gezondheid, kiezen wij nadrukkelijk voor zinnige zorg, waarbij het belang van de patiënt voorop staat. Zinnige zorg betekent een rem op overbehandeling en onbewezen behandelingen, omdat minder zorg soms beter en sowieso minder belastend is voor de patiënt.
  • We houden het eigen risico gelijk en zorgen ervoor dat je niet bij de eerste, dure behandeling in één klap je hele eigen risico kwijt bent. We gaan onderzoek doen naar de effecten van het eigen risico voor de werkende armen en de wijze waarop dat risico verminderd kan worden. Wij willen een strenge aanpak van onnodig dure medicijnen. Dure behandelingen die niet beter werken dan goedkopere alternatieven verdwijnen uit het basispakket.
  • Wij stimuleren voluit de innovatie en digitalisering in de zorg. Nieuwe behandelingen, videoconsults met je arts en het gebruik van data en nieuwe technologie bieden heel veel nieuwe mogelijkheden om de zorg voor patiënten te verbeteren, het werk van professionals te ondersteunen, efficiënter te maken en kosten te besparen. We gaan actief voorkomen dat grote digitale (tech)bedrijven makelaars in persoonlijke medische gegevens worden.
  • Goede zorg voor ouderen en mensen met een beperking is een kwestie van beschaving. We breiden het aantal verpleeghuizen uit voor de liefdevolle zorg aan de meest kwetsbare ouderen. Daarnaast zorgen we voor een gevarieerd aanbod van nieuwe vormen van wonen en zorg. Ook in de langdurige zorg kan innovatie het zware werk voor de verzorgenden verlichten, waardoor er meer tijd en aandacht is voor de ouderen en de uitval van personeel wordt beperkt.
  • In de woningbouwprogramma’s moet meer ruimte komen voor complexen waar wonen en zorg voor ouderen gecombineerd kunnen worden. Dit draagt bij aan het voorkomen van eenzaamheid en maakt dat zorg beter toegankelijk is op het moment dat mensen zorg nodig hebben.
  • De wildgroei aan thuiszorgorganisaties wordt beperkt door hogere eisen te stellen aan nieuwe aanbieders, andere financieringsprikkels, het tegengaan van fraude en wijkgerichte samenwerking. In iedere wijk moet de eerstelijnszorg zoveel mogelijk als één team samenwerken.
  • De geestelijke gezondheidszorg staat onder druk en dat leidt tot schrijnende situaties voor cliënten en meer personen met verward gedrag op straat. Betere samenwerking tussen instellingen en maatschappelijke partners, meer aandacht voor de financiering van patiënten die complexe zorg nodig hebben en meer opleidingsplaatsen kunnen de druk verlichten. Ook is meer flexibele capaciteit nodig, zodat het aantal crisisplaatsen snel kan opschalen als dat nodig is.
  • In een samenleving waarin het uitgangspunt is dat iedereen er mag zijn is iedere suïcide er een teveel. We moeten daarom sterker inzetten op het voorkomen van zelfmoord.
  • Wij willen een flinke opwaardering van het beroep van verpleegkundige en verzorgende. Zij verdienen een goed salaris dat aansluit bij de verantwoordelijk- heden die ze dragen, maar ook meer zeggenschap over hun eigen werk en dus minder regels en afvinklijstjes. We willen meer nadruk op het principe ‘bed to board’ om de werkvloer en de directietafel bij zorginstellingen optimaal met elkaar te verbinden.
  • Wij zorgen dat meer taken van medisch-specialisten en huisartsen kunnen worden overgenomen door verpleegkundig specialisten, physician assistants en praktijkondersteuners. Dit is goed voor de continuïteit en betaalbaarheid van de zorg en leidt tot meer aandacht voor de patiënt. Voor de continuïteit van kwalitatief goede en toegankelijke mondzorg is het noodzakelijk dat er in Nederland meer tandartsen worden opgeleid.
  • Wij verlagen de werkdruk in de zorg door te zorgen voor voldoende personeel en minder administratieve rompslomp. Wij zijn kritisch als het gaat om het implementeren van nieuwe regels en registraties. Met schrapsessies zetten we het mes in onnodige regels en geven we meer vertrouwen aan de zorg- professionals. Zij weten het beste wat de patiënt nodig heeft.
  • Om meer scholieren en studenten te interesseren voor een baan in de zorg halveren wij - net als voor de PABO - het collegegeld voor verpleegkundigen- studies in het eerste studiejaar.
  • Om bij een volgende gezondheidscrisis snel te kunnen opschalen willen wij net als bij Defensie een aanstelling voor reservisten in de zorg. Dit zijn oud- medewerkers of mensen die op een andere manier ervaring hebben in de zorg. Als reservist loop je elk jaar een paar dagen mee en houd je via cursussen je kennis op peil. Daarnaast zal er een reservecapaciteit aan materieel (IC-bedden, apparatuur, beschermingsmateriaal, etc.) moeten worden opgebouwd om achter de hand te hebben.
  • We zetten in op actieve gezondheidspreventie met een laagdrempelig advies over gezond leven en bewegen. Voor een gezondere voeding komen er maxima aan de hoeveelheid toegevoegde suiker en zout in voedselproducten. Hierbij onderschrijven wij ook de noodzaak om de informatievoorziening op verpakte voedingsmiddelen te verbeteren. Een mogelijke oplossing hiervoor is een (vrijwillig) stoplichtsysteem op verpakte voedingsmiddelen (naar Brits voorbeeld).
  • Wij willen regionale interventies waarin gemeenten, zorgkantoren, verzekeraars en zorgorganisaties gezamenlijk werken aan preventie en gezond leven om vervolgens gezamenlijk te kunnen delen in de opbrengsten van lagere zorgkosten. Wet- en regelgeving die nu nog in de weg staan worden hiervoor aangepast. We ondersteunen het project ‘gezonde generatie’ waarin wordt samengewerkt door gezondheidsfondsen om jongeren een gezonde basis, leefstijl en omgeving te bieden. We bieden de nodige middelen en verlagen drempels waar zij tegen- aan lopen. Daarnaast zetten we fors in op het terugdringen van obesitas onder jongeren.
  • Sport en gezondheidspreventie zijn een gouden koppel. Wij willen bekende sporters inzetten als ambassadeur voor een gezonde levensstijl en gaan sport-verenigingen meer betrekken bij het preventiebeleid.
  • Wij willen duidelijke richtlijnen voor de bescherming van medische gegevens. Als patiënt ben je altijd zelf de baas over je eigen medische dossier. De patiënt bepaalt wanneer en met wie gegevens over jouw gezondheid kunnen worden gedeeld. Er komt meer voorlichting over wanneer medische gegevens mogen worden uitgewisseld en hoe patiënten hun gegevens kunnen volgen.

Goed onderwijs dat iedereen gelijke kansen biedt

Als we één woord uit het woordenboek kunnen schrappen is dat het woord ‘afgestudeerd’. In een wereld die razendsnel verandert en steeds meer draait om kennis en informatie leren we elke dag bij. Dat doen we op scholen en universiteiten, maar net zo goed thuis, in de digitale wereld en op het werk. Leren doen we vanaf de eerste dag van ons leven, om de wereld om ons heen te snappen en om te kunnen gaan met veranderingen en verschil. Kennis, vakmanschap en vaardigheden zijn de basis om mee te kunnen doen in de samenleving en je eigen talenten volop te benutten.

Goed onderwijs begint met een groot respect voor het vak en het gezag van de leraar. Het vraagt ook dat we belemmeringen om te leren en door te leren wegnemen en scholieren en studenten de tijd en ruimte geven om hun eigen weg te vinden.

Niet de overheid, maar ouders zelf kiezen het type onderwijs voor hun kinderen. Wij beschermen de ruimte voor bijzondere scholen om zelf invulling te geven aan het onderwijs op basis van godsdienst, levensovertuiging of pedagogische visie. Daar kan iedere Nederlander op rekenen.

Wij zijn bezorgd over de kwaliteit van het onderwijs. Dit moet omhoog. Leerkrachten moeten nu onnodig veel tijd aan administratie besteden, tijd die ze ook zouden kunnen besteden aan hun leerlingen. Ook de dalende leesvaardigheid is een groot punt van zorg en dit is de komende jaren een van de grootste opgaven om te verbeteren. Wij leggen de lat omhoog en versterken de kwaliteit van het onderwijs, met name op kernvaardigheden als lezen, schrijven en rekenen.

Om jongeren alle kansen te bieden om te leren en zich te ontwikkelen, staan we voor een onderwijssysteem waarin jongeren worden aangemoedigd om verder te leren. Voor wie dat kan en wil, moet doorstromen vanuit MBO naar HBO en verder naar de universiteit altijd een optie zijn.

Op de arbeidsmarkt is leren en werken voor steeds meer beroepen een vanzelf- sprekende combinatie. In heel veel beroepen en functies blijven we leren om te zorgen dat we altijd beschikken over de kennis, het vakmanschap en de vaardigheden die nodig zijn.

De wetenschap is de gids in een wereld die we nog niet kennen. Onze universiteiten en onderzoeksinstituten behoren tot de wereldtop en die positie danken we mede aan de intensieve samenwerking tussen het onderwijs, bedrijven en de overheid.

  • Wij willen eerherstel voor het gezag en respect voor leerkrachten en docenten. Voor de belangrijke bijdrage die zij leveren aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren verdienen zij meer waardering voor hun vakmanschap. Wij gaan ervan uit dat het opvoeden van kinderen en jongeren in de eerste plaats een taak van de ouders is.
  • Meer waardering voor de leerkracht en docent vraagt om meer tijd en ruimte voor lesontwikkeling en verdere professionele ontwikkeling, minder administratieve voorschriften en een goed salaris, dat meer ruimte biedt voor beloning van extra inzet. Wij willen onder meer gerichte programma’s voor zij-instromers en uitstromers, een uitloopschaal voor een senior leraar en een toeslag voor leraren in het speciaal onderwijs of in wijken met veel kinderen met leerachterstanden.
  • Om meer studenten voor het vak van leraar te interesseren, behouden we de halvering van het collegegeld voor alle lerarenopleidingen in het eerste jaar en willen wij een fatsoenlijke stagevergoeding voor alle studenten van lerarenopleidingen, die door het lerarentekort al tijdens hun opleiding voor de klas staan.
  • We stimuleren de samenwerking of het samengaan van lerarenopleidingen in een regio tot hoogwaardige onderwijsacademies. Dit verhoogt de kwaliteit, trekt meer studenten en biedt meer ruimte voor specialisatie in het onderwijs aan verschillende leeftijdsgroepen of aan kinderen met een achterstand.
  • De rol van de schoolleider is van groot belang voor hoe de school in totaliteit presteert. We geven extra ruimte aan schoolleiders om jaarlijks bij te scholen en hun vaardigheden op peil te houden.
  • De nieuwe regeling voor de kinderopvang biedt nieuwe mogelijkheden om achterstanden in taal en ontwikkeling terug te dringen voordat de kinderen naar de basisschool gaan. Wij bieden basisscholen de ruimte voor een ‘groep nul’, waarbij kinderen vanaf hun derde jaar al een paar dagen per week naar school gaan.
  • De dalende leesvaardigheid onder scholieren is een van de grootste opgaven voor het onderwijs in de komende jaren. De helft van de jongeren vindt lezen tijdverspilling. Wij versterken het leesonderwijs en willen een onderwijsbreed leesoffensief om achterstanden weg te werken en de ‘lol in lezen’ terug te krijgen. Voorlezen - thuis en op school - moet meer aandacht krijgen. Bovendien willen wij een structurele aanpak van de laaggeletterdheid en een analyse van het onderwijscurriculum in primair en voortgezet onderwijs. Taalvaardigheid dient het uitgangspunt te zijn, waarbij in het voortgezet onderwijs veel meer aandacht moet gaan naar het inhoudelijk begrip van teksten.
  • Nu al hebben 2,5 miljoen mensen in ons land in het dagelijks leven moeite met lezen en schrijven. Daarmee is ook de laaggeletterdheid veel te hoog. Het zet mensen onterecht op achterstand en leidt tot een nieuwe tweedeling in de samenleving. Wij maken ook hier een forse slag om dit probleem terug te dringen met innovatieve taalprogramma’s en laagdrempelige hulpverlening via gemeenten en op de werkvloer.
  • In de eerste jaren van een mensenleven wordt de basis gelegd voor de kansen in het verdere leven. Daarom onderschrijven wij het belang van voorschoolse educatie voor kinderen met een taal- en/of ontwikkelingsachterstand. Voorschoolse educatie biedt deze kinderen een goede start op de basisschool.
  • Het onderwijs moet kinderen gelijke kansen bieden om het beste uit zichzelf te halen. Wij willen dan ook voorkomen dat een deel van de kinderen meer kansen krijgt, omdat ouders voor veel geld bijles kunnen betalen. Als een kind bijles nodig heeft, moet in overleg tussen school en ouders worden gekeken welke vorm van bijscholing nodig is. Elk kind moet toegang kunnen krijgen tot bijscholing.
  • Om te voorkomen dat laatbloeiers door een verkeerde keuze onvoldoende tot hun recht komen, willen wij in het middelbaar onderwijs meer ruimte voor gecombineerde schooladviezen en verlengde brugklassen. Drempels om tussentijds over te stappen naar een andere opleiding worden weggenomen.
  • Wij willen voorkomen dat leerlingen met een belemmering als dyslexie worden afgerekend op wat ze niet goed kunnen. De insteek blijft om eerst adequate hulp te bieden. Mocht de hulp tekortschieten dan introduceren wij vrijstellingen, waarmee je voor kernvakken op een passend niveau eindexamen kunt doen.
  • De invoering van het passend onderwijs heeft nog niet alle problemen opgelost voor kinderen en jongeren die op school meer ondersteuning nodig hebben. Veel gaat goed, maar het moet nog beter. Zo wordt nog teveel gedacht in regels en structuren in plaats van wat het kind of de jongere echt nodig heeft. Samenwerkingsverbanden die geld oppotten in plaats van het in overleg met scholen aan zorg te besteden, worden gekort.
  • Bij het passend onderwijs is het belangrijk is om school en zorg onder één dak te hebben, zodat er direct begeleiding is voor de leerlingen. We willen meer faciliteiten zoals hulpverleners in de klas die samenwerken met de leerkracht en andere onderwijsprofessionals.
  • Wij willen in het passend onderwijs doorzettingsmacht creëren door een regie- voerder die pas loslaat als het kind de hulp krijgt die nodig is. Ouders hebben daarin echter het laatste woord en krijgen derhalve instemmingsrecht voordat deze regievoerder een besluit neemt. Schoolbesturen en samenwerkingsverbanden krijgen altijd een ultieme mogelijkheid om naar voorstel van de regievoerder het onderwijs voor het betreffende kind of jongere écht passend te maken.
  • Het vakmanschap en de technische vaardigheden die jongeren leren op het VMBO en MBO zijn onmisbaar in deze tijd. Het grote tekort aan stageplaatsen vraagt om gerichte samenwerking van het onderwijs, brancheorganisaties en het MKB.
  • Wij willen de doorstroming vanuit het MBO naar de succesvolle associate degreeprogramma’s op HBO-niveau verruimen. Aandachtspunt voor het MBO is ook dat het onderwijsaanbod passend is bij de behoefte in de regio, waarbij het opleidingsaanbod goed aansluit bij de vraag. Ook willen wij een beroepsgerichte variant van de HAVO, gericht op sectoren met voorzienbare tekorten als de zorg, onderwijs en techniek. Wij stimuleren instellingen, ouders en aspirant-studenten om voor opleidingen te kiezen waar vraag naar is op de arbeidsmarkt.
  • Wij voeren een basisbeurs voor studenten in zodat alle jongeren weer kunnen doorleren zonder grote schulden te maken. De basisbeurs geldt voor de nominale duur van de bachelor- en masterfase en maakt een onderscheid tussen thuis- en uitwonende studenten. De invoering gaat niet ten koste van de extra onderwijs- middelen voor het hoger onderwijs en de OV-studentenkaart blijft behouden.
  • Wij blijven studenten en scholieren de ruimte bieden voor activiteiten naast je opleiding. Juist die brede vorming is de kracht van ons onderwijs. Om de werkdruk voor studenten te verlagen maken we in de bekostiging van het hoger onderwijs meer ruimte voor financiering per studiepunt.
  • Het Nederlands wetenschappelijk onderzoek is van wereldklasse. Toch blijven onze investeringen in fundamenteel en praktijkgericht onderzoek achter bij de Europese doelstelling van 2,5% BBP. Het Nationale Groeifonds kan een belangrijke bijdrage leveren aan nieuwe investeringen.
  • Om het belang van wetenschappelijk onderzoek te versterken voeren we een nieuw systeem in van een eigen werkkapitaal voor jonge onderzoekers en hoogleraren. Hiermee zorgen we dat ook in de toekomst voldoende ruimte kan worden gegeven aan de financiering van ongebonden fundamenteel onderzoek in alle wetenschappelijke disciplines.
  • De vrijheid van onderwijs staat onder druk en wordt steeds verder ingeperkt. Wij staan pal voor de vrije keuze van ouders om de school te kiezen die past bij de opvoeding van hun kinderen (art. 23 Grondwet). Wij beschermen de ruimte voor bijzondere scholen (om zelf invulling te geven aan het onderwijs op basis van godsdienst, levensovertuiging of pedagogische visie voluit), al mag artikel 23 nooit een vrijbrief zijn voor onverdraagzaamheid of inperking van elkaars rechten op scholen (begrenzing volgt uit de rechtsstaat zelf). Met een goed toezicht op kwaliteitseisen en strenge handhaving zorgen we dat kinderen op elke school goed onderwijs krijgen.
  • We treden streng op tegen scholen die via het onderwijs onverdraagzaamheid, antidemocratische ideeën of een afkeer van de Nederlandse samenleving doorgeven. ‘Burgerschap, democratie en rechtsstaat’ worden voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs een apart onderdeel van het eindexamen. Dat vraagt ook om extra aandacht voor dit thema in de opleiding en bijscholing van leraren. Daarbij is ook aandacht voor de geschiedenis en instituties van de Europese Unie.
  • Kinderen horen in een veilige omgeving naar school te gaan. Zij moeten daarbij alle ruimte krijgen om zichzelf te zijn. Daarom wordt op alle scholen seksuele diversiteit onderwezen.
  • Wij steunen de Zeeuws-Vlaanderen-wet waarmee kleinere scholen meer ruimte krijgen om financieringsstromen voor onderwijs en kinderopvang samen te voegen. Wij zijn tegen een verdere aanscherping van de opheffingsnormen voor kleine scholen en willen de kleine scholentoeslag behouden.
  • Wij vinden een goede spreiding van scholen en onderwijsinstellingen in het middelbaar en hoger onderwijs van groot belang om te voorkomen dat jongeren wegtrekken. Zeker in het beroepsonderwijs vormt een school een vestigingsfactor voor nieuwe economische activiteit.
  • Internationalisering van het onderwijs is voor ons geen doel op zich, maar moet van meerwaarde zijn voor de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek, de vorming van de student of de veranderende vraag op de arbeidsmarkt. Onderwijs in het Engels mag er niet toe leiden dat specifieke Nederlandse vraagstukken niet meer worden bestudeerd of gedoceerd. Een opleiding in de bachelorfase is in principe in het Nederlands, met ruimte voor anderstalige opleidingen waar dat logisch is. De masteropleiding kan altijd aansluiten bij de gangbare taal in het vakgebied. Studenten uit het buitenland prikkelen we om langer hier te blijven zodat we hun talenten langer in kunnen zetten voor Nederland.
  • Duitsland en Frankrijk zijn grote buurlanden en belangrijke handelspartners voor ons bedrijfsleven. Daarom willen wij meer aandacht voor de Duitse en Franse taal in het voortgezet en hoger onderwijs en meer uitwisselingen voor scholieren en studenten.
  • Samen met de sociale partners en onderwijsinstellingen maken we een ambitieuze agenda voor de introductie van leerrechten voor de beroepsbevolking. Met deze leerrechten kun je gedurende je hele loopbaan je kennis en vaardigheden op peil houden en omscholen als dat nodig is. De overheid levert een specifieke bijdrage aan de opbouw van de leerrechten voor lager- en middelbaaropgeleiden.
  • De coronacrisis heeft een impuls gegeven aan het online-onderwijs, maar er is nog veel terrein te winnen om de kwaliteit van het onderwijs niet verder achteruit te laten gaan. Wij willen de kansen versterken en de kwaliteit van het online- onderwijs vergroten, maar niet ten koste van fysiek onderwijs. Leerkrachten moeten extra tijd krijgen om de omschakeling naar het online-onderwijs goed vorm te kunnen geven.
  • Voor het basisonderwijs richten we een digitale school op, waarmee zieke kinderen, kinderen met een beperking of thuiszitters vanuit huis de lessen kunnen blijven volgen in de belangrijkste vakken.
  • Er moet een landelijk programma komen voor digitaliseringsonderwijs voor ouderen en eenzamen.

Een verantwoordelijke samenleving van vrijwilligers, verenigingen en coöperaties

Er is een stille revolutie gaande in ons land. Waar het politieke debat vooral gaat over de markt en de overheid, is de samenleving zichzelf - lokaal, regionaal én digitaal - op een nieuwe, moderne en indrukwekkende manier aan het organiseren in een coöperatieve samenleving waarin wij geloven. Als antwoord op het ieder-voor-zich, dat zijn beloftes niet heeft waargemaakt.

De voorbeelden zijn inspirerend: de inkoopvereniging, waar mensen met elkaar dagverse producten inkopen bij boeren in de omgeving; de broodfondsen voor zelfstandigen; en de mensen die met elkaar een buurtsuper of het dorpscafé openhouden. Of die hele bijzondere zorgboerderij waar jongeren worden opgevangen, die thuis of op school problemen hebben.

Sommige voorbeelden zijn zo gewoon, dat we niet meer zien hoe bijzonder ze zijn. Ze vormen het bewijs van de verandering die gaande is. En niet voor de eerste keer. Nederland kent een lange traditie van een stevig maatschappelijk middenveld van eigenwijze en vindingrijke burgers die de handen uit de mouwen steken. Van de gildes in de middeleeuwen tot de onderlinge verzekeraars, woningbouwcoöperaties en schoolverenigingen in de twintigste eeuw.

Het idee is simpel. In de economie draait het om concurrentie en je brood verdienen, in de coöperatieve samenleving draait het om samenwerking en gedeelde belangen. De kracht van deze initiatieven ligt in de samenwerking van mensen die zich uit zichzelf verbinden rond een gedeeld belang of een gezamenlijke interesse. Initiatieven ontstaan als mensen iets anders willen en denken iets beter te kunnen dan de overheid of de markt op dat moment levert.

Wij zijn ook een vrijwilligersland. De helft van alle Nederlanders is in zijn vrije tijd actief als vrijwilliger in de eigen buurt, de kerk of in de zorg voor anderen. Zonder deze inzet zouden we geen buurthuizen, voetbalclubs, fanfares of toneelverenigingen hebben. Die verbinding in verenigingen zie je ook in nieuwe vormen: het clubje dat elke week met elkaar hardloopt, communities op het internet of het WhatsApp-groepje van buurtbewoners die elkaar waarschuwen voor onveilige situaties. Ook deze nieuwe vormen zijn onderdeel van de coöperatieve samenleving. Ze laten zien dat niemand voor zichzelf leeft, maar altijd in verbinding met de mensen om ons heen.

De belangrijkste opgave voor de politiek is om de coöperatieve samenleving de ruimte te laten en voorrang en vertrouwen te geven. Die is van ons allemaal. Vrijwilligerswerk is geen sluitstuk van beleid en eigenaarschap krijg je alleen door verantwoordelijkheid én zeggenschap los te (durven) laten.

  • Wij willen in iedere gemeente een maatschappelijk initiatiefrecht of uitdaagrecht voor burgers die met elkaar een taak - en het bijbehorend budget - van de gemeente willen overnemen omdat ze een beter plan hebben. Gemeenten moeten deze initiatieven faciliteren en voorrang geven boven het eigen beleid.
  • Naast het zorgverlof willen wij een vrijwilligersverlof, waar sociale partners in cao’s afspraken over maken. De rijksoverheid geeft het goede voorbeeld door in de cao Rijk een regeling voor vrijwilligersverlof op te nemen. De belastingvrije vrijwilligersvergoeding wordt verhoogd.
  • Wij stimuleren maatschappelijke organisaties om zich om te vormen tot een vereniging, waarbij de zeggenschap bij de leden ligt. Dit vinden wij vooral van belang voor organisaties waar belanghebbenden maar een beperkte keuze hebben voor een andere aanbieder, zoals bij een woningcorporatie of een verpleeghuis.
  • Wij juichen het toe dat burgers hun eigen verantwoordelijkheid nemen voor het oplossen van maatschappelijke problemen door middel van vrijwilligerswerk en giften aan goede doelen. Bijdragen aan goede doelen, burgerinitiatieven en kerken wordt door een goede giftenaftrek aangemoedigd en goede doelen worden in staat gesteld bijdragen en vrijwilligers te werven onder het Nederlandse publiek.
  • Sport is maatschappelijk goud, dat we moeten verzilveren. Het verbindt mensen en is gezond. Wij versterken verenigingen en het verenigingsgevoel en willen meer voorzieningen voor sport en beweging in de openbare ruimte. We vergroten het sportaanbod voor kinderen met een beperking en ondersteunen kinderen van ouders die sporten niet kunnen betalen. Andere jeugdactiviteiten zoals scouting vragen om soortgelijke maatregelen.
  • Wij willen de maatschappelijke onderneming wettelijk verankeren als een eigen rechtsvorm voor maatschappelijke initiatieven zonder winstoogmerk. Een wettelijke basis regelt de structuur en de zeggenschap van belanghebbenden en maakt het mogelijk om maatschappelijke ondernemingen voorrang te geven bij overheids- aanbestedingen. Wij koesteren de vereniging en vergelijkbare rechtsvormen als bron van maatschappelijk initiatief voor branches, beroepen en vrijwilligers- activiteiten. We zorgen ervoor dat ook kleinere verenigingen bestaansrecht houden en voldoende bestuurders kunnen aantrekken.
  • Wij zorgen dat de buurtsportcoaches hun werk kunnen blijven doen. Zij bieden laagdrempelige sport-, speel en bewegingsactiviteiten in de buurt, wijk of dorp voor mensen die door armoede of andere belemmeringen weinig of niet sporten of bewegen. De coaches hebben in het bijzonder oog voor ouderen, en voor de (talent)ontwikkeling van kinderen en jongeren en worden tevens bijgeschoold tot buurtspeelcoach. Voor kinderen is van belang dat er meer speelruimte komt. Wij stimuleren gemeenten daarvoor, in samenspraak met de kinderen zelf, te zorgen.

Een sterke en eerlijke economie

In een eerlijke economie zorgen ondernemers voor innovatie, werk en het inkomen van hun werknemers. Met elkaar brengen werkgevers en werknemers de welvaart op voor ons allemaal. We moeten nu doorpakken door te investeren in een krachtig economisch herstel en door te bouwen aan een duurzame, toekomstbestendige en innovatieve economie met alle ruimte voor goed ondernemerschap.

Brood op de plank in een sterke, eerlijke en innovatieve economie

Ondernemers zien nieuwe uitdagingen als een kans. Zo zorgen ze elke dag opnieuw voor innovatie, banen en het inkomen van talloze huishoudens in ons land. Dankzij hun ondernemerszin en creativiteit brengen we met elkaar de middelen op om een hoog niveau van zorg, onderwijs en welzijn waar te maken. Ook dat is bijdragen aan de coöperatieve samenleving, waarin iedereen verantwoordelijkheden heeft.

Het coronavirus heeft de economie diep geraakt. Veel signalen staan op rood. De stabiele groei van de afgelopen jaren is omgeslagen in een ongekende krimp. De werkloosheid loopt op en investeringen lopen terug. Op de staatsbalans zijn de overschotten als sneeuw voor de zon verdwenen.

Toch geloven wij dat we alles in huis hebben om sterker uit deze crisis te komen, als we nu de juiste lessen trekken, ondernemers de ruimte geven en het economisch herstel gebruiken als aanjager van noodzakelijke veranderingen. De crisis heeft fundamentele tekortkomingen blootgelegd die om een oplossing vragen. Sommige bedrijven bleken kwetsbaar door hoge schulden en lage buffers. Flexwerkers betaalden een hoge prijs voor hun vrijheid op de arbeidsmarkt. En een deel van de productie en de export viel weg omdat internationale productieketens stilvielen. Maar de crisis laat ook de veerkracht zien van ondernemers die niet bij de pakken neer gaan zitten en nieuwe wegen inslaan om hun winkel of bedrijf door de crisis te loodsen.

De opdracht waar we voor staan is duidelijk: investeren en repareren. We investeren in een krachtig economisch herstel, repareren de fouten van doorgeschoten beleid en maken tegelijk de omslag naar een sterke, eerlijke en innovatieve economie.

In een sterke economie zijn bedrijven beter voorbereid op de volgende crisis. We beperken de schulden en bouwen aan nieuwe buffers. We investeren in duurzaamheid en schone energie. We beschermen cruciale sectoren en waar nodig halen we de productie en de maakindustrie terug om minder afhankelijk te zijn van internationale ketens.

De eerlijke economie gaat over goed ondernemerschap, over ondernemers die verder kijken dan alleen de winst van vandaag of het rendement van de aandeelhouder. Zij willen groeien met hun bedrijf, maar ook goed zorgen voor hun werknemers en bijdragen aan de samenleving als geheel. Het is het Rijnlandse model van samen- werking en verbinding tegenover het Angelsaksische model van concurrentie en strijd.

De innovatieve economie vraagt om versnelde omschakeling naar moderne en duurzame verdienmodellen voor de toekomst. Met investeringen in kennis en vakman- schap, hoogwaardige infrastructuur en innovatie versterken we de economie, pakken we nieuwe kansen en breiden we onze voorsprong in tal van sectoren uit.

  • We komen met een omvangrijk herstel- en innovatiepakket voor investeringen in de woningbouw, infrastructuur, maatschappelijk vastgoed, digitalisering, innovatie en duurzaamheid. Voor deze projecten versnellen en vereenvoudigen we de procedures om sneller resultaat te boeken. Cofinanciering vanuit het Nationale Groeifonds en InvestNL kan gezonde bedrijven - groot en klein, start ups en scale ups - helpen in de overstap naar nieuwe verdienmodellen.
  • Ondernemers hebben de ruimte nodig om te ondernemen, groeien en innoveren. Onnodige regels en ingewikkelde procedures zitten dan in de weg. Wij willen een dienstbare overheid die met ondernemers meedenkt, oplossingen biedt en belemmeringen wegneemt. Om een gelijk speelveld te behouden beperken we Nederlandse aanvullingen op Europese regels. We introduceren het principe 'Een regel erbij is een regel eraf'. De controlerende taak van de overheid bij het bestrij- den van fraude en de inzet van accountants, fiscalisten en banken hierbij, mag er niet toe leiden dat ondernemers bij genoemde partners tegen obstakels aanlopen.
  • Met name de kleine ondernemer heeft na de lockdowns tijdelijk extra zuurstof nodig om op adem te kunnen komen. Speciaal voor deze groep bepleiten we daarom tijdelijke vrijstellingen, innovatieprikkels en verliescompensatie.
  • Het aantal vrouwelijke ondernemers blijft nog steeds achter bij het aantal mannelijke ondernemers. Wij willen het vrouwelijk ondernemerschap stimuleren door betere begeleiding en toegang tot kennis en innovaties, krediet en subsidies en het zichtbaar maken van good practices en rolmodellen. Hierbij willen wij onder aandacht besteden aan de vrouwen in de agrarische sector en het MKB.
  • Kennis, vakmanschap en innovatie zijn de sleutels voor de economie van morgen. Daarom bouwen wij verder aan een innovatieve, lerende economie en investeren we in onderzoek en in een ambitieuze aanpak voor leerrechten voor de beroepsbevolking. In het topsectorenbeleid komt de nadruk te liggen op nieuwe ‘sleuteltechnologieën’ voor onze economie.
  • Wij hebben een ambitieuze agenda voor de (door)ontwikkeling van nieuwe en bestaande regionale ecosystemen in het hele land. Dit vraagt om nauwe samenwerking in de ‘gouden driehoek’ van kennisinstellingen, bedrijven en overheden. We investeren in de infrastructuur en bereikbaarheid en geven impulsen aan innovatie en onderzoek. Daarbij hebben we specifieke aandacht voor goede randvoorwaarden voor (digitale) start ups en scale ups in deze clusters.
  • Wij ontwikkelen in Europees verband een Made in Europe-strategie om de levering van vitale producten en diensten in de maakindustrie, zorg, agrifood en (defensie) technologie veilig te stellen. Waar nodig halen we de productie en maakindustrie terug om onze strategische autonomie te vergroten en de afhankelijkheid van derde landen te beperken. Waar nodig worden Europese mededingingsregels aangepast om de (internationale) concurrentiepositie van Europese bedrijven te versterken en worden de staatsteunregels ook van toepassing op bedrijven van buiten Europa.
  • Om te voorkomen dat vitale sectoren en diensten als havens, landbouwgrond of de productie van medicijnen in buitenlandse handen vallen, ontwikkelen we in Europees verband ook een Protected by Europe-strategie. De strategie ziet er op toe dat we voor vitale technologieën, energie en grondstoffen niet te afhankelijk worden van andere landen.
  • Goed ondernemerschap is eigen aan de traditie van familiebedrijven. Zij zijn sterk geworteld in de regio en van groot belang voor de lokale economie. Omdat het familiebelang en het bedrijfsbelang samenkomen in de ambitie om het bedrijf door te geven aan de volgende generatie, staat niet de winst, maar de continuïteit voorop. Wij willen een gerichte ondersteuning die rekening houdt met het bijzondere karakter van familiebedrijven.
  • Wij willen de bedrijfsopvolgingsregeling voor familiebedrijven behouden en vereenvoudigen, zodat de Belastingdienst sneller de fiscale vrijstelling voor een overdracht kan goedkeuren. Familiebedrijven krijgen een vast contactpersoon op het regiokantoor van de Belastingdienst om ook andere fiscale zaken snel en eenvoudig te kunnen regelen. Dat regelen we ook voor het MKB, start ups en scale ups.
  • Bedrijfsresultaten worden altijd bereikt in de samenwerking van werkgever en werknemers. Vanuit die Rijnlandse gedachte stellen wij bij noodsteun of staatsdeelnemingen eisen aan de beperking van bonussen en topbeloningen en willen wij een werknemerscommissaris in het toezicht op deze bedrijven.
  • Retail en MKB zijn de grootste werkgevers in ons land en in veel gemeenten de motor van een vitale lokale economie. Daarom zetten wij alles op alles om gezonde MKB-ondernemingen door de crisis te helpen. De belangen van de ondernemingen, in de hoedanigheid als schuldeisers, moeten beter worden beschermd. Retail en MKB ondernemers worden gestimuleerd om nieuwe verdienmodellen te ontwikkelen door hen de ruimte en ondersteuning te bieden die daarvoor nodig is. Vernieuwing van winkelgebieden en bedrijventerreinen is een belangrijk element van de nieuwe impuls voor stadsvernieuwing. Met een gedifferentieerd winkelaanbod in combinatie met de gastvrijheidseconomie. Ook blijven wij aandacht houden voor de belangen van de ambulante handel.
  • Wij willen een versoepeling van Europese aanbestedingsregels, zodat investeringen met belastinggeld bij voorkeur ten goede komen aan bedrijven in Nederland of Europa. Wij vergroten de kennis van inkopers bij de overheid om bij aanbestedingen meer oog te hebben voor de belangen en de kansen van het eigen MKB. De investeringsfondsen InvestNL en InvestInternational worden opengesteld voor het midden- en kleinbedrijf en kansrijke start ups en scale ups.
  • Wij halveren de wettelijke betalingstermijn van grote bedrijven aan het MKB en zzp’ers van 60 dagen naar 30 dagen. Die termijn geldt ook voor betalingen van facturen door de overheid. Er moet duidelijkheid komen over de rechtspositie van ZZP-ers. Duidelijke wetgeving, waarbij de zwakkere in de samenleving beschermd wordt en waarbij de ondernemer wordt gefaciliteerd.
  • Toerisme en de gastvrijheidseconomie zijn belangrijke factoren voor de regionale economie in ons land. Wij willen na de coronacrisis inzetten op een betere spreiding van binnen- en buitenlands toerisme over de verschillende toeristische regio’s om te grote concentratie en schadelijke neveneffecten te voorkomen en de diverse regio’s te versterken.
  • Grote bedrijven en multinationals zijn onmisbaar voor onze welvaart en werkgelegenheid. Zij versterken de internationale uitstraling van onze economie en fungeren als aanjager in een hele keten van MKB-bedrijven en innovatieve start ups. Daarom willen wij de nationale binding en de netwerkfunctie van deze bedrijven versterken en een goed vestigingsklimaat voor deze bedrijven behouden.
  • Een eerlijke economie kan niet zonder een gezonde financiële sector. Om een norm te stellen voor andere banken, brengen wij de Volksbank als een vertrouwde en degelijke coöperatieve bank terug in de markt. Het wordt een bank waar burgers en kleine bedrijven terecht kunnen voor heel eenvoudige en betrouwbare leningen, spaarproducten en andere diensten.
  • Als open economie met een sterke export hebben wij groot belang bij eerlijke afspraken over een gelijk speelveld voor bedrijven. Dat is onze inzet in Europa en in de onderhandelingen over nieuwe handelsverdragen met andere landen. Bij nieuwe handelsverdragen moeten de belangen van Nederlandse agrariërs en het MKB beter behartigd worden en we sluiten geen verdragen die in strijd zijn met de grondwet en de Europese rechtsorde.
  • Wij zetten ons in om afspraken te maken op nationaal én Europees niveau om te zorgen dat er beleid komt met maatregelen om maatschappelijk verantwoord ondernemen de norm te maken.
  • Wij willen in Europees verband onze economie en werkgelegenheid beschermen tegen de uitwassen van het roekeloze kapitalisme.

Verantwoorde uitgaven en eerlijke belastingen

De financiële gevolgen van de pandemie zijn groot. Dankzij het verstandige beleid in de afgelopen jaren hadden we voor deze crisis voldoende buffers om de maatregelen te kunnen nemen die nodig waren. Voor de langere termijn zullen we met eenzelfde degelijk en betrouwbaar financieel beleid nieuwe buffers moeten opbouwen om de volgende crisis aan te kunnen.

Wij kiezen voor de strategie om uit de crisis te groeien met een combinatie van investeren in economisch herstel en een grotere weerbaarheid voor bedrijven en huishoudens. Gratis geld bestaat niet. Ook niet in tijden van lage rentes. Iedere euro die we uitgeven, moeten we ook terugverdienen. Is het niet nu, dan is het later. We moeten voorkomen dat de jongeren van nu opgroeien als een coronageneratie die nog jaren de lasten draagt en daardoor minder kansen krijgt dan de generaties voor hen. Dat laten we niet gebeuren.

Wij willen een forse vereenvoudiging van het fiscaal toeslagenstelsel om het zinloos rondpompen van belastinggeld te beperken. In de wetenschap dat een vereenvoudiging van belastingen vaak heel ingewikkeld is kiezen we voor een zorgvuldige aanpak. Wanneer vereenvoudigingen de fiscale maatregelen ongerichter maken, weegt voor ons het belang dat de overheid regelingen opstelt die zij ook kan waarmaken zwaarder. Complexe regels hebben in de afgelopen jaren geleid tot te veel problemen in de uitvoering.

  • Wij willen goede kinderopvang om voor werkende ouders de combinatie van werken en een rijk gezinsleven te vergemakkelijken. In de nieuwe regeling worden de kinderopvanginstellingen rechtstreeks door de overheid gefinancierd en gecontroleerd. Ouders betalen alleen nog een beperkte, inkomensafhankelijke bijdrage voor kinderopvang.
  • Belastingen worden naar draagkracht geheven en minder als prikkel. Bij gelijke inkomens hoort in principe een gelijke belastingdruk. Van de sterkste schouders
  • vragen we na de coronacrisis ook meer, in de vorm van een tijdelijk extra toptarief in de inkomstenbelasting voor de hoogste inkomens.
  • We vereenvoudigen het toeslagenstelsel en willen dat minder mensen afhankelijk zijn van toeslagen. Ook baseren we de toeslagen zoveel mogelijk op een vastgesteld inkomen zodat het aantal terugvorderingen drastisch afneemt. Voor mensen van wie het inkomen scherp daalt door bijvoorbeeld het verlies van een baan, komt er een aparte oplossing zodat zij recht hebben op toeslagen op basis van het huidige inkomen.
  • Door te sparen bouw je buffers op voor als het tegenzit. Een appeltje voor de dorst. Daarom willen wij geen belasting op spaargeld dat op een spaarrekening staat, zolang de rente nog lager is dan de heffing op vermogen. Dit geldt bijvoorbeeld als je in box 3 spaart voor je pensioen of voor spaargeld tot een bepaald maximum. Ook voor overige beleggingen voeren we een regeling in waarbij de belasting aansluit op de behaalde rendementen.
  • Wij willen dat de belastingdruk op arbeid minder afhankelijk wordt van de contractvorm waarin het werk wordt verricht. Dat is een herwaardering van het vaste contract ten opzichte van tijdelijke opdrachtovereenkomsten.
  • Verstandig arbeidsmarktbeleid vraagt om het beperken van de fiscale voordelen van het zzp’erschap. De onbedoelde negatieve gevolgen hiervan, voor onder meer het micro- en kleinbedrijf, moet een minister voor ondernemerschap goed begeleiden.
  • Wij maken werken weer lonend. Op dit moment is de prikkel om meer te verdienen door meer te werken niet groot genoeg omdat de totale belastingdruk op extra inkomsten te hoog is. Dit komt vooral door het stelsel van kortingen en toeslagen bovenop je normale inkomstenbelasting. Daarom willen wij de marginale belastingdruk nergens hoger hebben dan het toptarief van 49,5%. We streven ernaar om de extreme situaties op korte termijn aan te pakken en aan het eind van de kabinetsperiode alle marginale druk van meer dan 60% te hebben aangepakt. Zo houd je meer over aan je eigen extra arbeid.
  • Wij willen het verschil tussen het brutosalaris en de door de werkgever betaalde loonsom verlagen. Hierdoor wordt het meer lonend om werknemers in vaste dienst te nemen.
  • Wij willen slim vergroenen en komen met een pakket fiscale maatregelen voor de vergroening en verduurzaming van de samenleving. Daarnaast verbeteren we de milieu-investeringsaftrek en de energieinvesteringsaftrek, die investeringen mogelijk maken om het klimaat te verbeteren. Deze regelingen worden aangepast aan nieuw beschikbare technologieën, vooral om bestaande gebouwen en installaties aan te passen. Ook verruimen wij de mogelijkheden voor huishoudens die bij willen dragen aan klimaatverbetering en houden wij een salderingsmethode voor particulieren met zonnepanelen ook na 2021 in stand. De transitie naar elektrisch rijden willen wij maken, maar de oversubsidiëring van elektrische auto's wordt aangepakt.
  • Wij willen een bonus voor het aannemen van een eerste werknemer op een vast contract. Daarmee stimuleren we het ondernemerschap en de groei van startende ondernemingen.
  • We vergroten de weerbaarheid van bedrijven door de fiscale prikkel om zoveel mogelijk te lenen af te bouwen. Wij stimuleren het aanhouden van eigen vermogen in de onderneming via een aftrekmogelijkheid voor eigen vermogen.
  • Wij behouden de bedrijfsopvolgingsregeling voor familiebedrijven en willen een snellere behandeling van aanvragen door de Belastingdienst. Nu kan het toekennen van de fiscale vrijstelling jaren duren.
  • Er komt een regeling voor ondernemers die werknemers met problematische schulden helpen. Zij hoeven geen belasting te betalen over de kosten die zij maken bij de hulp die ze verlenen.
  • Het moet eenvoudiger worden voor ondernemingen om een nieuwe zakelijke bankrekening te openen, ook voor Nederlandse ondernemingen met een buitenlandse aandeelhouder. Toetsing door banken moet sneller en soepeler verlopen, zodat het starten van economische activiteiten geen onnodige vertraging en schade oploopt.
  • Wij willen een effectievere belastingheffing, waardoor het verschil tussen de te innen belastingen en de werkelijke geïnde belastingen afneemt. Deze zogenoemde ‘tax gap’ kent verschillende oorzaken zoals oninbaarheid, onbekendheid met regelingen, ingewikkeldheid, fouten en ook belastingfraude. Wij willen een jaarlijkse analyse van deze risico’s om de effectiviteit van de Belastingdienst te vergroten.
  • Wij verbeteren de dienstverlening van de Belastingdienst. Iedere burger en ondernemer krijgt een persoonlijk digitaal portaal, waarin alle (vooringevulde) aangiften, aanslagen, openstaande schulden en verrekeningen, correspondentie, stukken en beschikkingen worden opgenomen. Ook de status van behandeling moet daarin zichtbaar zijn. Voor wie dat wil, blijft de blauwe envelop behouden. Daarnaast streven wij ernaar de belastingrente te verlagen.
  • De overheid moet bij de uitvoering van nieuwe plannen in een regeerakkoord een betrouwbare partij zijn, die onder vergelijkbare omstandigheden waarmaakt wat het belooft. De Tweede Kamer heeft daarin het laatste woord.
  • Familiebedrijven, MKB-ers en start ups en scale ups krijgen een vast contact- persoon bij de Belastingdienst. Ook willen wij dat deze groep integraal wordt behandeld vanuit een regiokantoor met meer ruimte voor maatwerk. Op alle correspondentie met burgers staat een naam en telefoonnummer van de behandelend medewerker.
  • Er komt een onafhankelijke belastingombudsman met eigen bevoegdheden om onderzoek te doen en burgers bij te staan die zijn vastgelopen in een conflict met de Belastingdienst. De Belastingdienst is verplicht hieraan mee te werken. Alle fiscale uitspraken door de rechter worden gepubliceerd.
  • Belastingheffing is een nationale aangelegenheid. We stemmen niet in met nieuwe Europese belastingheffing. Tegelijkertijd is het verstandig om gezamenlijk afspraken te maken om dingen voor elkaar te krijgen. Zo zijn afspraken over een vliegbelasting en over de hoogte ervan effectiever en eerlijker in Europees verband dan ieder voor zich. Dat geldt voor meerdere ‘grenzenloze’ onderwerpen, zoals cloud-bedrijven en milieuheffingen.
  • Voor internationaal opererende bedrijven wordt de winst belast in het land waar die winst behaald is. Binnen de OESO maken we stevige afspraken over een eerlijker belasting voor internationaal opererende bedrijven en als dit te lang duurt zijn Europese afspraken mogelijk.
  • Inkomsten uit digitale activiteiten moeten hetzelfde worden belast als wanneer deze inkomsten met een fysieke activiteit zouden zijn behaald. Wij gaan digitale platforms, zoals Airbnb, verplichten een bronheffing in te houden bij betalingen die zij doen aan Nederlandse belastingplichtigen.
  • We nemen verdere stappen om geen doorstroomland meer te zijn. Er is geen plek voor brievenbusmaatschappijen zonder reële economische activiteiten. Zo kan de trustsector niet langer domicilie verlenen of bestuurders leveren aan doorstroomvennootschappen en brievenbusmaatschappijen.
  • De mogelijkheid van giftenaftrek in het belastingstelsel zal worden gehandhaafd en niet verder worden beperkt. Wel zullen giften uit onvrije landen en voor doelen die tegen de Grondwet of het EVRM ingaan, geen fiscale voordelen meer krijgen.

Werk dat zekerheid, waardering en perspectief biedt

De coronacrisis laat zien dat de arbeidsmarkt voor steeds minder mensen de zekerheid biedt die we zoeken in het werk. Onze arbeidsmarkt is zo ingericht dat werkgevers spaarzaam zijn met het geven van een vast contract. Daar ervaren we steeds meer de grote nadelen van, want juist de zekerheid van een baan is de basis voor een sterke middenklasse. We hebben ook gezien dat tienduizenden zelfstandigen en werkenden met een flexibel contract fungeerden als een stootkussen dat de klappen van de crisis moest opvangen. Zij verloren van de ene op de andere dag hun opdrachten en hun inkomsten.

Door de crisis loopt de werkloosheid snel op. Lage- en middeninkomens hebben de afgelopen decennia nauwelijks geprofiteerd van de toegenomen welvaart en zeker voor een gezin met kinderen is een gewoon salaris al lang niet meer genoeg om je gezin te onderhouden. Ook missen veel mensen de voldoening in hun werk in de waardering die ze krijgen voor hun vakmanschap of de ruimte om zichzelf te ontwikkelen.

Aan de onderkant van de arbeidsmarkt zien we ook nog schrijnende voorbeelden van uitbuiting, werkende armen en een te grote groep mensen, die om uiteenlopende redenen helemaal niet meer aan de slag komt. Deze ongelijkheid leidt tot onzekerheid en ondergraaft de solidariteit in onze samenleving.

Het is dus hoog tijd voor groot onderhoud aan de arbeidsmarkt. We moeten voorbij de gevestigde belangen kijken naar eerlijke en stabiele arbeidsverhoudingen voor de toekomst. We verkleinen ongerechtvaardigde verschillen tussen contractvormen en investeren in de flexibiliteit en weerbaarheid van alle werkenden.

Die weerbaarheid vraagt ook om investeringen in kennis, vakmanschap en vaardig- heden in het werk dat we doen. Wie voldoende is toegerust, vindt makkelijker een baan en loopt minder risico bij het wisselen van baan. Die weerbaarheid is belangrijk nu bijna niemand meer veertig jaar voor dezelfde baas werkt of zijn hele loopbaan genoeg heeft aan de kennis die je ooit op school hebt opgedaan. In een nieuw stelsel voor leerrechten krijgt iedere werknemer de mogelijkheid om zichzelf steeds weer te blijven ontwikkelen.

  • Samenwerking tussen werknemers, werkgevers en de politiek is altijd de basis geweest voor de stabiliteit en het succes van onze economie. Wij pleiten voor een herwaardering van de polder met een duidelijke inbreng van de nieuwe spelers op de arbeidsmarkt én van de jongeren.
  • Met een nieuw sociaal akkoord tussen werknemers, werkgevers en het nieuwe kabinet leggen we een solide basis voor een eerlijke arbeidsmarkt, een nieuw stelsel van leerrechten en een gezamenlijke visie op het herstel- en innovatie- pakket om de economie weer op gang te brengen.
  • Wij gaan snel aan de slag met de aanbevelingen van de Commissie-Borstlap over de toekomst van de arbeidsmarkt. Dat begint met een herwaardering van het vaste contract als norm voor een duurzame arbeidsrelatie tussen werkgevers en werknemers en de aanpak van constructies rond schijnzelfstandigheid.
  • De voorkeur voor een vast contract betekent dat we meer zekerheden en minder financiële en fiscale voordelen gaan verbinden aan de keuze om een werknemer flexibel in te huren via een uitzendcontract of als zelfstandig ondernemer. Voor alle werkenden komt er een basisvoorziening voor arbeids- ongeschiktheid en voor zelfstandigen wordt het eenvoudiger en vooral vanzelfsprekender om een pensioen op te bouwen.
  • Overheid, sociale partners en onderwijsinstellingen komen gezamenlijk tot een ambitieuze aanpak voor een stelsel van leerrechten voor de beroepsbevolking. Hiermee kun je zelf de benodigde kennis en vaardigheden op peil houden en omscholen als dat nodig is. Afspraken over scholing en de opbouw van leerrechten worden een vast onderdeel van arbeidscontracten en cao-onderhandelingen.
  • Als onderdeel van de leerrechtenaanpak kan iedere werkende op elk moment met behulp van een kennis APK online een persoonlijk advies aanvragen over scholing en de kansen om je verder te ontwikkelen.
  • De inzet van leerrechten als instrument om ook na je schooltijd te blijven leren en je te blijven ontwikkelen, biedt instellingen in het MBO, HBO en WO de kans om naast het reguliere onderwijs een aparte bovenbouw voor volwassenen- onderwijs te starten. Digitale cursussen en leren op de werkplek bieden ook de ruimte voor nieuwe aanbieders en nieuwe leermethoden.
  • Een grotere wendbaarheid maakt dat werkenden met meer zekerheid op de arbeidsmarkt staan. Het is makkelijker om te wisselen van baan of een tijdje als ondernemer te werken. Voor werkgevers verlaagt een grotere wendbaarheid de drempel om mensen in vaste dienst te nemen. Daarom beperken wij voor werkgevers de loondoorbetalingsplicht bij ziekte tot één jaar, te beginnen bij de werkgevers in het MKB, en maken wij een eenvoudiger regeling voor ontslagvergoedingen.
  • We willen het makkelijker maken voor mensen die herstellen van een zware ziekte of kampen met een (chronische) ziekte om te re-integreren in hun werk.
  • Werkplezier en waardering in het werk vragen om meer vertrouwen in de professionaliteit van goed opgeleide werknemers en meer autonomie en zeggen- schap op de werkvloer. Daarom gaan wij net als in de zorg ook in andere sectoren schrapsessies houden om onnodige regels en administratieve lasten terug te dringen.
  • Veel mensen die op het minimumloon werken kunnen nauwelijks rondkomen van het inkomen dat ze verdienen. Dit zijn vooral jongeren, die net beginnen in een eerste baan of een bijbaan. Zij moeten onder de streep erop vooruitgaan. Wie normaal werkt voor de kost mag niet in armoede vervallen. We kunnen dat bereiken door gerichte lastenverlichting, een verhoging van het minimumloon of een combinatie van ingrepen. Ook gaan we elke twee jaar het sociaal minimum herijken om te kijken of de hoogte nog toereikend is om van te leven. Gemeenten worden gestimuleerd om meer gebruik te maken van maatwerk rond de kosten- delersnorm.
  • Wij willen een groot en breed onderzoek naar de vraag of het huidige stelsel van sociale zekerheid nog voldoende bestaanszekerheid en perspectief biedt voor mensen die langdurig zijn aangewezen op een uitkering. Bij verbetering van het stelsel zien wij in de basisbaan een nieuwe kans voor mensen die langdurig in de bijstand zitten en zelf geen werk vinden. In een samenleving waar iedereen meedoet, mag een uitkering nooit een eindstation zijn.
  • Wij willen een terugkeer van de sociale werkvoorziening in de vorm van een landelijk netwerk van Sociaal Ontwikkelbedrijven voor mensen die meer begeleiding nodig hebben bij eenvoudig werk. Net als iedere werknemer hebben zij het recht om mee te doen op de arbeidsmarkt, hun talenten te ontwikkelen en binnen de Sociaal Ontwikkelbedrijven of met dezelfde ondersteuning bij een gewoon bedrijf aan de slag te kunnen.
  • Wij belonen en ondersteunen ondernemers die mensen met een beperking in dienst nemen. Wij vergroten de zekerheid voor arbeidsgehandicapten, omdat deze groep bij een economische crisis vaak als eerste hun baan kwijtraakt. Ook voor hen is werken een recht.
  • Een inclusieve samenleving kan alleen inclusief zijn als iedereen gelijke kansen krijgt. Daarom zetten wij ons in voor inclusieve wetgeving om de toegankelijkheid voor mensen met een beperking te borgen, zoals voortvloeit uit de European Accessibility Act.
  • Wij stimuleren de samenwerking van gemeenten, UWV, uitzendbureaus en onderwijsinstellingen voor een betere begeleiding van werkzoekenden op de regionale arbeidsmarkt. Een breed aanbod van stageplekken, regulier werk, tijdelijk werk, een basisbaan of scholing zorgt ervoor dat iedereen mee kan doen. De link met de gemeentelijke hulp voor armoede en schulden ligt voor de hand.
  • Als brede volkspartij hechten wij belang aan een inclusieve samenleving waarin ieder mens gekend en erkend wordt. Wij hechten dan ook belang aan een inclusieve arbeidsmarkt die vraagt om vrouwen en mannen die samen bewust afspraken maken over de verdeling van zorg en arbeid, waarbij ook de economische zelfstandigheid van vrouwen wordt gestimuleerd.
  • De overheid schept voorwaarden en stelt beleid bij wanneer blijkt dat de gelijkwaardigheid op het terrein van economische en politieke besluitvorming onvoldoende gerealiseerd wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor het instellen van een quotum. Ook willen wij dat er meer aandacht is voor gelijke behandeling op basis van etniciteit. Een van de dingen waar wij op inzetten is anoniem solliciteren om bewuste en onbewuste discriminatie tegen te gaan en iedereen gelijke kansen te bieden, ongeacht afkomst en achternaam.
  • In de crisis is de overheid bedrijven en zelfstandigen te hulp geschoten met omvangrijke noodsteunpakketten. Wij werken de deeltijd-WW uit tot een volwaardig instrument, waarmee bij een volgende economische tegenslag bedrijven geholpen kunnen worden om zoveel mogelijk banen te behouden.

Nieuwe kansen in een digitale toekomst en innovatie

De toekomst is digitaal. Slimme apps, kunstmatige intelligentie, robots, internet of things, 5G en straks 6G maken ons leven makkelijker, sneller en heel vaak ook leuker. Meer dan ooit zijn we met elkaar verbonden en alles wat we nodig hebben is met één muisklik beschikbaar. Met digitale toepassingen als videobellen en de cloud konden veel mensen tijdens de lockdown thuiswerken alsof ze gewoon op kantoor zaten. Economisch biedt de digitale toekomst grote kansen voor innovatieve ondernemers en start ups.

In de digitale toekomst is het belangrijk dat iedereen ook digitaal mee kan doen. In heel Nederland moet de internetdekking optimaal zijn en digitale voorzieningen moeten voor iedereen betaalbaar en bereikbaar zijn. We voorkomen een digitale tweedeling door extra ondersteuning te bieden aan mensen die digitaal minder vaardig zijn.

Bij alle voordelen houden we ook oog voor de keerzijde van de digitale revolutie. De nieuwe technologie vraagt om een nieuwe moraal en de borging van grond- rechten van burgers. Fake news, cybercrime, digital profiling, spionage en ongewenste beïnvloeding vragen om een actieve bescherming en regulering. Waarden als privacy, rechtvaardigheid, menselijke waardigheid en een grondrecht als huisrecht komen in het gedrang als de grote techreuzen ongehinderd hun gang kunnen gaan. Een inhaalslag is nodig om de zeggenschap over het digitale domein terug te claimen en te voorkomen dat alleen commerciële belangen bepalen hoe onze digitale toekomst er uit zal zien.

Deze inhaalslag vraagt om een intensieve Europese samenwerking om gezamenlijk nieuwe regels en moderne standaarden uit te werken. Voor elk bedrijf of platform is de Europese markt met 500 miljoen consumenten te belangrijk om niet naar te luisteren. Dat hebben we in Europa eerder bewezen.

  • De digitale toekomst vereist dat iedere burger – ongeacht sekse, etnische achtergrond, leeftijd en woonplaats - digitaal mee kan doen, jong en oud. Het vraagt ook dat iedereen, ook in de buitengebieden, digitaal goed bereikbaar is. Wij willen een prominente plaats voor digitaal burgerschap in het onderwijs en willen dat bedrijven en overheden actief zorgen voor ondersteuning van mensen die zelf minder goed de weg weten in de digitale wereld.
  • Privacy is een individueel recht, maar ook een maatschappelijke waarde. We leggen ethische en juridische normen vast voor het gebruik van informatie- technologie en persoonlijke data door bedrijven en overheden. Tegelijk moeten we voldoende ruimte houden om te voorkomen dat privacyregels noodzakelijke maatregelen om onze veiligheid en gezondheid te beschermen in de weg staan.
  • Wij gaan in Europees verband vastleggen dat je zelf eigenaar bent en blijft van je eigen persoonsgegevens en persoonsgerelateerde data. Zo’n ondubbelzinnige wettelijke bepaling geeft zekerheid aan burgers en een solide basis om de verhouding met platforms en bedrijven beter te reguleren. Ook zetten we in op duidelijke regelgeving voor gegevensbescherming van niet-persoonlijke gegevens zodat we stappen zetten in het veilig gebruik van big data.
  • Wij willen een betere bescherming van klanten en werknemers in de platform- economie. Dit vraagt om meer transparantie en toezicht op de gestelde gebruikersvoorwaarden, maar ook om betere arbeidsvoorwaarden voor de aanbieders van diensten, zoals Uber-chauffeurs en fietsbezorgers.
  • Wij willen de Grondwet uitbreiden met digitale grondrechten. Ook internationale verdragen van de VN, de EU of de Raad van Europa moeten worden aangepast op het digitale tijdperk.
  • Grote techreuzen en platforms als Google, Amazon en Facebook hebben te veel macht gekregen en beschikken feitelijk over een monopolie in het aanbod van hun diensten. Wij willen een stevige Europese aanpak voor een gelijk speelveld voor nieuwe aanbieders, een goede bescherming van data en een geharmoniseerde belasting voor deze bedrijven. Als bedrijven te groot worden is opsplitsing een uiterste mogelijkheid.
  • In de platformeconomie zien we nog te veel wegwerpbanen, slechte werk- omstandigheden en andere misstanden. De ontwikkelaars en marketeers verdienen het geld, terwijl de fietskoeriers en magazijnmedewerkers onderbetaald het zware werk doen. Extra handhaving en regulering zijn nodig om van deze sector een gezonde bedrijfstak te maken. Nieuwe coöperatieve platforms kunnen zorgen voor een beter alternatief voor de consument én de mensen die daar werken.
  • Sommige social media-platforms zijn een vrijplaats voor beledigingen en scheldpartijen geworden. Overheden, platforms en maatschappelijke organisaties nemen gezamenlijk het voortouw in een breed offensief om de social media weer sociaal te maken. Fatsoensnormen die we in de samenleving heel normaal vinden horen dat ook in het digitale domein te zijn.
  • In tijden van fake news en buitenlandse beïnvloeding staan wij pal voor de persvrijheid en de vrije nieuwsgaring in Nederland en Europa. Bescherming van de persvrijheid is een kerntaak van de overheid. Onafhankelijke journalistiek met meer aandacht voor lokale, regionale en Europese besluitvorming draagt bij aan het publieke debat en het democratisch proces. Wij willen de onafhankelijke journalistiek op deze aandachtsgebieden versterken en zien hier ook een belangrijke rol voor zowel de landelijke als regionale en lokale media.
  • Nederland moet zich beter voorbereiden en oefenen op een massieve verstoring van het digitale domein door een technische storing of cyberaanval. Als knooppunt in het internationale dataverkeer kan een storing in Nederland leiden tot grote economische en maatschappelijke ontwrichting.
  • Wij zijn bezorgd over de cybersecurity in ons land. Volgens onze eigen diensten liggen we dagelijks onder vuur. Kennis wordt gestolen, vitale systemen aangevallen en desinformatie verspreid. Om de digitale weerbaarheid te vergroten, willen wij een meerjarig cybersecurityprogramma onder leiding van een aparte Nationale Cybersecurity Coördinator.

Meer ruimte om te wonen, werken en reizen in heel Nederland

Het is crisis op de woningmarkt. Het tekort aan betaalbare woningen heeft geleid tot torenhoge prijzen voor koophuizen en jarenlange wachtlijsten voor een huurwoning. Veel steden zijn onbetaalbaar voor jonge gezinnen en middeninkomens en ook in kleinere gemeenten is te weinig ruimte voor nieuwbouw en trekken de jongeren weg. Door het woningtekort is het aantal daklozen verdubbeld tot ruim 40.000 mensen.

De reden is pijnlijk eenvoudig. Het geloof in de markt was te groot. Voor investeerders is het bouwen van duurdere koopwoningen of de aanleg van een bedrijventerrein lucratiever dan woningen bouwen voor de huursector of betaalbare koophuizen voor gezinnen. Woningcorporaties zijn steeds verder beperkt in hun maatschappelijke taak en bouwregels en procedures zijn steeds ingewikkelder en zeer tijdrovend geworden. Het tekort is in korte tijd opgelopen tot ruim 1 miljoen woningen in 2030.

Daarom moet het roer drastisch om. Ook hier is het credo ‘minder marktwerking, meer samenwerking’. We maken van volkshuisvesting weer een overheidstaak met een stevige regierol voor het Rijk. En we gaan in het hele land nieuwe bouwlocaties aanwijzen, waar snel kan worden gebouwd.

Grootschalige nieuwbouw is ook de snelste en goedkoopste manier van verduurzaming. Meerjarige investeringen bieden zekerheid aan bouwers, jagen de innovatie aan en drukken de prijzen voor de verduurzaming van bestaande woningen. Door ‘groen’ mee te laten groeien met nieuwbouw behouden we de balans tussen wonen, natuur en recreatie. Met nieuwe openbaar vervoersverbindingen verbinden we alle delen van ons land en ontsluiten we nieuwe regio’s om te wonen en werken.

  • Met een grootschalig Nationaal Woonplan gaan we binnen tien jaar 1 miljoen nieuwe en duurzame woningen bouwen. Alle oplossingen zijn denkbaar: van bouwen in het groen tot een compleet nieuwe stad. Maar ook is er aandacht voor het veranderen naar woonfunctie van kantoor- en bedrijfspanden en modulaire en circulaire bouw. In de afgelopen jaren heeft de bouwsector zich ontwikkeld op dit vlak. Wij stimuleren daarbij duurzame materiaalkeuzes en geven ruimte aan zulke innovaties. Ook in kleinere dorpen willen wij meer ruimte voor woningbouw om krimp tegen te gaan, de leefbaarheid te vergroten en te voorzien in de woning- behoefte van de eigen inwoners.
  • In het nieuwe kabinet keert de minister voor Volkshuisvesting terug. Deze krijgt een duidelijke regierol, wijst in overleg met provincie en gemeente nieuwe bouwlocaties aan en maakt met provincies, gemeenten en regio’s bindende afspraken over de kwantiteit en kwaliteit van het aantal te bouwen woningen. Vastgelopen bouwprojecten worden losgetrokken met een aanwijzing van de nieuwe minister. Grote binnenstedelijke deelgebieden die hun functie hebben verloren worden sneller getransformeerd naar woonwijken. Het Rijk stimuleert gemeenten om de bouw te bevorderen van betaalbare huurwoningen voor het middensegment (voor doelgroepen als politieagenten, zorg- en onderwijs- medewerkers).
  • Wij willen dat woningcorporaties als een echte maatschappelijke onderneming weer alle ruimte krijgen om betaalbaar te bouwen, in het bijzonder voor de middenklasse. De verhuurdersheffing wordt afgeschaft in ruil voor stevige afspraken over de bouwopgave voor corporaties. Wij vergroten de zeggenschap van huurders door corporaties zich jaarlijks te laten verantwoorden voor het gevoerde beleid. We onderzoeken de mogelijkheid dat corporatiehuurders hun woning kunnen kopen. Van de opbrengst zouden nieuwe woningen kunnen worden gebouwd met lagere lasten. Ook willen wij dat woningcorporaties meer ruimte krijgen om te investeren in de sociale leefbaarheid in wijken, buurten en dorpen.
  • Om excessieve huurstijgingen te voorkomen wordt het puntensysteem voor de commerciële huursector aangepast en gemakkelijker afdwingbaar gemaakt voor huurders. De termijn waarbinnen de aanvangshuur getoetst kan worden door de huurcommissie wordt verruimd naar minimaal een jaar. Lokale overheden krijgen ook de mogelijkheid de redelijkheid van de huurprijs te toetsen. Huisjesmelkers worden strenger aangepakt en belast. Om plotselinge en excessieve stijgingen van de erfpacht te voorkomen komt er consumentenbescherming voor erfpachters.
  • Voor nieuwbouwprojecten komt er een groennorm om de balans tussen wonen, natuur en recreatie te beschermen. Groen groeit mee. Wij zien in houtbouw een duurzaam alternatief voor steen en beton, omdat het CO2 vasthoudt in plaats van uitstoot. Bij bouwen in het groen is en blijft het voorkomen van nadelige schade voor kwetsbare natuurgebieden en behoud van het landschap een belangrijk aandachtspunt.
  • Steden mogen buiten de stadsgrenzen groeien om in de stad meer ruimte te houden voor groen. Parken, speelweides, volkstuinen en stadsnatuur vergroten de leefbaarheid en zijn van steeds groter belang voor afkoeling bij hitte of de opvang van regenwater bij extreme buien.
  • We geven in het hele land een nieuwe impuls aan stadsvernieuwing, met een brede wijkgerichte aanpak voor wijken waar slechte woonomstandigheden samenvallen met problemen en achterstanden.
  • We maken ruimte voor alternatieve woonvormen, zoals hofjes voor ouderen, tiny houses voor starters en coöperatieve woonprojecten die door bewoners zelf worden ontwikkeld. Meer variatie houdt ook rekening met verschillende relatievormen, in het bijzonder met gescheiden ouders die voor de kinderen bij elkaar in de buurt willen blijven wonen. Procedures voor het plaatsen van flexibele woningen dienen te worden vergemakkelijkt. Ook zullen er normen moeten worden gesteld die eraan bijdragen dat verschillende partijen met de verplaatsing van de woningen uit de voeten kunnen. Steden worden aan- gemoedigd voorrangsbeleid toe te passen bij de toewijzing van woningen voor leraren, zorgmedewerkers en politieagenten. Ook maken we het makkelijker om wonen en zorg te combineren.
  • Er komt een anti-speculatiebeding op huisvestingsprojecten. Voor buitenlandse beleggers of hedgefunds zonder maatschappelijk commitment is geen plaats op onze woningmarkt. Gemeenten met een overspannen woningmarkt kunnen op wijkniveau een zelfwoonplicht of een verhuurdersvergunning invoeren en maatregelen nemen om vakantieverhuur via sites als Airbnb te beperken of verbieden. Waar nodig krijgen deze instrumenten een wettelijke basis.
  • De samenloop van het woningtekort en de armoedeproblemen heeft geleid tot een forse stijging van het aantal daklozen in ons land. De aanpak van dit hardnekkige sociale vraagstuk vraagt om een ruimer aanbod van tijdelijke woonvormen, het ombouwen van kantoorpanden en een beperking van huis- uitzettingen wegens huurschulden.
  • Voor de ontsluiting van nieuwe regio’s om te wonen en werken is onze ambitie een binnenlandse hogesnelheidsverbinding naar het Noorden (Lelylijn met eindstations Groningen en Leeuwarden) en het Oosten (via Hengelo en kiezen daarin een optimaal tracé) met een goede aansluiting naar de rest van Europa.

    In het nieuwe spoornet worden Breda, Utrecht, Zwolle, Groningen, Leeuwarden, Hengelo en Arnhem naast Amsterdam, Schiphol en Rotterdam knooppunten op een dergelijk nieuw binnenlands hogesnelheidsnetwerk. Wonen in die omgeving en een aantal dagen per week in de randstad werken wordt zo heel normaal.

    In het Noorden en Oosten is het onze ambitie om samen met de provincies te komen tot uitbreiding van het reguliere spoornetwerk en steunen wij het initiatief om samen tot een haalbare Nedersaksenlijn te komen.

    Het reguliere spoornetwerk kan intensiever worden gebruikt, ook door maatregelen voor stiller en veiliger spoor. We maken afspraken die uiteindelijk moeten leiden tot het doortrekken van de Duitse en Belgische hogesnelheidslijnen naar Hengelo, Eindhoven/Venlo, Maastricht en Groningen. We benutten en verbeteren internationale verbindingen, zoals Den Haag-Heerlen-Aken en Gent-Terneuzen.

  • Voor betere verbindingen tussen steden en regio’s bouwen we hubs, waar verschillende vervoersvormen samenkomen en reizigers eenvoudig kunnen overstappen naar een (deel)auto, (deel)fiets, trein of metro. Via digitale oplossingen vind je altijd de snelste of goedkoopste weg.
  • Bij de concessieverlening voor het openbaar vervoer is een goede bereikbaarheid van en binnen dunbevolkte gebieden een belangrijk criterium. Experimenten met andere vervoersmiddelen als deelauto’s en vrijwilligerstaxi’s kunnen in de concessie worden meegenomen, mits deze toegankelijk blijven voor jongeren en mensen met een kleine portemonnee.
  • Goede wegverbindingen in het hele land zijn van groot belang voor onze economie en transport. Landelijk en regionaal pakken we knelpunten aan en zetten we in op innovatieve oplossingen om de doorstroming te vergroten en files tegen te gaan. Met Zeeland gaan we in gesprek over een haalbare oplossing voor een tolvrije Westerscheldetunnel.
  • Wij willen op termijn een hervorming van de autobelasting, zodat ook elektrische auto’s gaan bijdragen aan de aanleg en onderhoud van wegen en spoorwegen. Voorwaarde is dat het totaal aan autobelastingen niet stijgt.
  • Na jaren van daling neemt het aantal verkeersslachtoffers toe. Het gebruik van de mobiele telefoon op de fiets en in de auto is een belangrijke oorzaak. Wij willen een strengere handhaving op hufterig verkeersgedrag en onveilige knelpunten waar veel ongelukken gebeuren aanpakken.
  • Het rijbewijs is voor veel mensen onmisbaar voor hun werk, gezinsleven of mantelzorg. Voor een betere dienstverlening moeten de problemen bij het CBR snel worden opgelost en overbodige medische keuringen worden beperkt.
  • Nederland is een fietsland. We fietsen omdat het gezond is, maar ook voor ons plezier. Wij willen in de stedelijke gebieden meer fietssnelwegen voor het woon-werkverkeer en in het buitengebied meer goede en veilige fietspaden langs de mooiste plekken van ons land.
  • Voor Nederland is een concurrerende en duurzame luchtvaart op Schiphol en de regionale luchthavens van groot belang voor de economie en werkgelegenheid. Ons uitgangspunt is het vinden van een nieuw evenwicht tussen mens, milieu en economie. Stillere, schonere en zuinigere vliegtuigen moeten een bijdrage leveren aan het terugdringen van de overlast voor de directe omgeving en in een volgende kabinetsperiode zullen hiervoor technologische projecten worden gestimuleerd.

    Het is wenselijk het aantal vluchten op Schiphol voorlopig te beperken met een maximum van 500.000. Primaire start- en landingsbanen moeten maximaal worden ingezet. Nachtvluchten moeten worden gereduceerd. Schiphol en de regionale luchthavens moeten daarbij als gezamenlijk Nederlands netwerk optreden, zodat de beschikbare capaciteiten beter benut worden. Voor de korte afstanden stimuleren we het gebruik van de trein.

    We bezien de opening van Lelystad Airport in het licht van deze ontwikkelingen, het herstel van de luchtvaart en rekening houdend met alle belangen. Bij een eventuele opening zijn laagvliegroutes niet acceptabel.

  • De binnenvaart is belangrijk voor de transport en de economie. Wij willen een transparantere marktordening met meer onderhandelingskracht voor de schipper en hogere tarieven die meer in verhouding staan tot de investeringen die schippers doen. Ook van de binnenvaart vragen we een bijdrage aan het terugdringen van de stikstofuitstoot.

Een land van sterke steden en regio's

Met de tentoonstelling ‘Countryside, the future’ in het Guggenheim Museum in New York liet de Nederlandse architect Rem Koolhaas in 2019 de grote veranderingen zien die wereldwijd op het platteland plaatsvinden. Het platteland is alles wat niet-stad is. Dat is wereldwijd 98% van het landoppervlak. Maar omdat we te veel in steden denken, missen we de grote kansen die het platteland en de regio bieden.

Die analyse geldt in Nederland op kleine schaal. Als we fors willen bouwen, economisch willen groeien en toch voldoende ruimte over willen houden voor natuur, recreatie en landbouw, moeten we anders nadenken over de ruimtelijke indeling van ons land.

Het probleem is niet dat de ruimte schaars is, maar vooral ongelijk verdeeld. Krimp in de regio is het directe gevolg van de trek naar de stad en vooral de Randstad loopt daardoor steeds vaker tegen haar grenzen aan. Dit leidt tot hoge woonlasten, dichtgeslibde wegen en te weinig ruimte voor natuur of recreatie. Daarom moeten we af van het oude denkpatroon van de Randstad tegenover de rest van het land. Dit belemmert de ruimte om te groeien en ontneemt het zicht op de toekomst die de regio biedt.

De omslag in denken begint met de simpele vaststelling dat de regio nog volop ruimte heeft, die in de stad ontbreekt. Om te wonen én te werken. Zeker nu we vaker thuis gaan werken, zullen meer mensen de ruimte en het groen van de regio verkiezen boven een peperdure woning en de drukte in de stad.

Met de aanleg van nieuwe hoogwaardige openbaarvervoersverbindingen en de komst van de zelfrijdende auto kunnen we nieuwe gebieden ontsluiten om te wonen en te werken. Zo houden we de steden toegankelijk en leefbaar en spreiden we de economische kracht over het hele land.

Regionale ontwikkeling begint bij de samenwerking in de gouden driehoek van bedrijven, kennisinstellingen en overheden. Dat zie je rond sterke clusters als Energy Valley in het Noorden, Food Valley in Midden-Nederland en Brainport Eindhoven. Maar regionale ontwikkeling biedt ook nieuwe kansen zoals voor de Einstein telescoop in Limburg, de Metropool Rotterdam Den Haag in de Randstad en de Law Delta in Zeeland. Economische clusters verbinden partijen die elkaar versterken om kennis te ontwikkelen, te innoveren en nieuwe markten te veroveren.

Juist omdat Nederland een land is van sterke steden en regio’s moeten we de historische en culturele diversiteit van ons land koesteren en waarderen. Die eigenheid versterkt de gemeenschap en is de inspiratie voor talloze maatschappelijke activiteiten en initiatieven.

  • Het begin van de grote omslag is een nieuwe visie op de ruimtelijke indeling van ons land. In een nieuwe Nota Ruimte leggen we voor de lange termijn vast waar we ruimte bestemmen om te wonen en werken of voor natuur en landbouw. In deze nieuwe visie worden de Randstad en grote natuurgebieden ontlast en nieuwe groeiregio’s aangewezen, wat tevens in het belang van een vitaal platteland is.
  • Om ook in de toekomst genoeg ruimte te houden moeten we groot durven denken en doen. De kost gaat voor de baat uit. Nieuwe gebiedsontwikkelingen als Almere-Pampus, nieuwe landaanwinning als IJburg2 in Amsterdam of zelfs een nieuwe stad zijn de schaal van oplossingen waarin we moeten denken om meer ruimte te creëren voor wonen, werken en natuur.
  • Op basis van de nieuwe indeling komt de nieuwe minister voor Regionale Ontwikkeling in samenspraak met provincies en gemeenten met een nationaal Programma voor de Toekomst van de Regio. Dit is een New Deal-aanpak, waarmee we de negatieve spiraal in krimpgebieden doorbreken en nieuwe kansen voor de ontwikkeling van sterke economische regio’s benutten. De regiodeals worden verlengd en het Nationaal Groeifonds wordt ingezet om toekomstgerichte projecten mogelijk te maken.
  • De dynamiek en diversiteit van de grote stad hebben een grote aantrekkings- kracht op mensen. Wij vergroten de leefbaarheid in de steden en willen de stad ook voor jonge gezinnen en starters bereikbaar houden. Dat vraagt om meer variatie in het woonaanbod en een nieuwe impuls voor stadsvernieuwing. Woningbouw in en om de stad dient hand in hand te gaan met vergroening. In de stad kiezen wij voor vergroening boven verdere verdichting. Dat biedt meer ruimte voor sport en ontspanning, maar is ook van belang voor de afkoeling bij hitte of de afvoer van regenwater bij extreme buien. De toenemende druk op de ruimte in de stedelijke regio’s vraagt om investeringen in beter en aantrekkelijker openbaar vervoer, goede fietsfaciliteiten en ruimte voor voetgangers.
  • We starten de overstap naar betaalbaar en duurzaam wonen in de regio door juist daar duurzaam te bouwen en renoveren. Met slimme investeringen geven we de verduurzaming en energietransitie van onderop vorm en zetten we de regio op voorsprong. Duurzame investeringen stimuleren ook de regionale economie en werkgelegenheid in sectoren als de bouw en de installatiebranche.
  • Met een actief spreidingsbeleid en de inzet van regiodeals gaan wij overheids- organisaties, onderwijs-, onderzoek- en zorginstellingen en bedrijven beter verspreiden over het hele land. Het Rijk gaat zoveel mogelijk in bestaande overheidskantoren flexwerkplekken inrichten zodat rijksambtenaren een deel van de week in Den Haag en een deel van de week vanuit hun eigen regio kunnen werken.
  • Grensregio’s hebben een enorme potentie in de verbinding met Duitsland, België en de rest van Europa. Wij geven een nieuwe impuls aan de EU-regionale samenwerking, waarbij knelpunten op het gebied van arbeidsmarkt, regionale ontwikkeling en openbaar vervoer worden weggenomen. Nieuwe kansen liggen in grensoverschrijdende infrastructuur en projecten om energie-intensieve industrieclusters gezamenlijk te verduurzamen.
  • Een sterke stedelijke of regionale identiteit versterkt het gevoel dat je ergens thuishoort. Dit gemeenschapsgevoel is belangrijk en daarom ondersteunen wij taal, cultuur, kunst, sport en vrijwilligersleven met een regionaal of lokaal karakter. Dat geldt voor regionale orkesten en streekmusea, maar ook voor regionale tradities en volksfeesten als carnaval en muziekfestivals. Wij bieden meer ruimte voor lokale vrije dagen om deze feesten met elkaar te vieren.
  • Nederland is door de gezamenlijke geschiedenis nauw verbonden met de Caribische delen van het Koninkrijk: met de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten en met Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die de status van een bijzondere gemeente hebben. Binnen het Koninkrijk zijn we solidair, zeker in deze tijd van Corona. Wel zien we erop toe dat hulp daar terecht komt waar deze werkelijk nodig is en bijdraagt aan de ontwikkeling van de eilanden.
  • Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba zetten we in op een verdere versterking van de lokale bestuurskracht. Door meer financiële ruimte in de vrije uitkering vergroten we de zelfredzaamheid en beleidsvrijheid en verminderen we de bureaucratie vanuit Den Haag. Hierbij is het wel van belang dat het Caraïbische deel van het Koninkrijk laat zien dat men met deze gelden verantwoord omgaat en een actieve bestrijding van corruptie aangetoond is. Om de eigen inkomsten te versterken wordt gewerkt aan een verbreding van de economische basis en zetten we in op duurzaam toerisme en landbouw. Om de armoede terug te dringen wordt de verhoging van het sociaal minimum voortgezet.
Toekomst voor Groningen

Heel Nederland voelt een grote verantwoordelijkheid voor de inwoners van Groningen. Jarenlang hebben we als samenleving profijt gehad van de aardgasopbrengsten. Daarom moeten we nu met elkaar zorgen voor een veilige en welvarende toekomst voor Groningen en het herstel van vertrouwen van de Groningers.

Dat begint met een snelle en rechtvaardige, royale en vooral loyale afhandeling van de schade aan huizen en bedrijven. Totdat de afbouw van de gaswinning leidt tot rust in de bodem zullen woningen en andere panden moeten worden versterkt. De voortgang van de schadeafhandeling en versterking wordt in heldere afspraken vastgelegd en permanent gemonitord. Voor versnelling van de aanpak brengen we de verantwoordelijkheid voor Groningen over van het ministerie van Economische Zaken naar de nieuwe minister van Regionale Ontwikkeling.

Wij vinden dat, op basis van ervaringen in Groningen, alle Nederlanders door de overheid beschermd moeten worden als mijnbouw bovengrondse schade veroorzaakt. De Commissie Mijnbouwschade en het Instituut Mijnbouwschade Groningen moeten voldoende mandaat hebben om dit te kunnen garanderen.

Rentmeesterschap in duurzaamheid en klimaat

Ons land is groot geworden in de gezamenlijke strijd tegen het water. Met wind- molens en poldergemalen hebben we polders drooggelegd. De stormvloedkeringen beschermen ons land tegen de zee. Die combinatie van strijdbaarheid, vindingrijkheid en samenwerking hebben we opnieuw nodig om een solide bijdrage te leveren aan de aanpak van klimaatverandering en de realisatie van het klimaatakkoord van Parijs.

De aarde is niet van ons, maar we hebben wel de taak er goed voor te zorgen. Dat is rentmeesterschap en daarom is klimaatverandering een van de grootste opgaven van deze tijd. Voor onszelf, maar zeker voor de generaties die na ons komen. Daarom moeten we de polarisatie tussen drammers en ontkenners doorbreken en onze schouders eronder zetten. Met een robuust beleid dat draagvlak heeft, effectief is en bijdraagt aan het verdienvermogen van ons land.

Het draagvlak voor een duurzame toekomst ligt direct om de hoek. In het unieke Nederlandse landschap van water, polders en natuur. Door te werken aan een schonere, gezondere en groenere omgeving kunnen wij een betekenisvolle en zichtbare bijdrage leveren aan een duurzame toekomst. Onze bedrijven en kennis- instituten hebben de expertise over landbouw, water en energie. Daarmee kunnen we resultaten boeken en nieuwe kansen ontwikkelen voor een duurzame economie in ons land en de rest van de wereld.

Een stevig draagvlak vraagt ook om een haalbaar en betaalbaar perspectief. Burgers en bedrijven zijn bereid de stap te zetten, zolang zij weten dat de lasten betaalbaar zijn en eerlijk worden verdeeld. En zij -meer dan nu- vooraf worden betrokken bij belangrijke besluiten. Samenwerking is het sleutelwoord.

Wij ondersteunen initiatieven uit de samenleving en stellen burgers en bedrijven in staat om hun bijdrage leveren. Om ons heen zien we burgers, coöperaties en bedrijven die de schouders eronder zetten. Die initiatieven koesteren we en helpen we vooruit. De taak van de overheid is om heldere en haalbare meerjarige doelen vast te stellen, belemmeringen weg te nemen en investeringen aan te jagen.

  • Wij willen een nationaal plan voor twaalf provinciale icoonprojecten op het terrein van duurzaamheid en schone energie. Elke provincie draagt een eigen project aan dat een bijdrage levert aan de nationale klimaatopgave.
  • Het klimaatbeleid moet hand in hand gaan met een industriebeleid dat zorgt voor een eerlijk speelveld voor bedrijven in ons land en op de Europese en wereld- markt. Waar nodig worden aanbestedings- en mededingingsregels aangepast zonder daarbij de belangen van het MKB uit het oog te verliezen en worden de staatssteunregels ook van toepassing op bedrijven van buiten Europa.
  • Een eerlijk speelveld vraagt ook om Europese afspraken over gelijke beprijzing van de CO2-uitstoot door bedrijven en gelijke tarieven voor een vliegbelasting. Zodra Europa haar reductiedoelstelling verhoogt naar 55%, kunnen we de Nederlandse CO2-heffing schrappen. Ook moeten we in Europa afspraken maken over de verdere verduurzaming van de luchtvaart en de scheepvaart, bijvoorbeeld over het gebruik van walstroom tijdens het verblijf in havens.
  • De beperking van de uitstoot van CO2 en stikstof vraagt in eigen land om een evenredige bijdrage van alle sectoren. De overheid maakt met grote bedrijven die een hoge CO2-uitstoot hebben afspraken over reductiedoelstellingen en de hulp die we hierbij bieden, met het oog op het behoud van de grote bedrijven. Ook in de agrarische sector gaan we werken met langjarige duurzaamheidsdoelen.
  • Wij kiezen voor een versnelde overgang naar een betaalbare, duurzame energiemix. Windenergie op zee blijft een belangrijke bron. We blijven investeren in zonne-energie, duurzame biomassa en energiebesparing. Voor de periode na 2030 is kernenergie een serieuze optie. Samen met de energiesector ontwikkelen we daarom nieuwe plannen voor tenminste twee extra kerncentrales. Ook ontkomen we niet aan de opslag van CO2 onder de Noordzee. Om te voorkomen dat CO2-opslag en kernafval als probleem wordt doorgeschoven naar volgende generaties, investeren we in R&D rond het hergebruik van CO2 en het verminderen en het hergebruik van kernafval. De inzet is erop gericht om investeringen in de energietransitie juist ook te richten op regio’s die we economisch willen versterken.
  • Wij zetten ook in op nieuwe energiebronnen als geothermie, aquathermie en warmtenetten, energiedragers als waterstof en synthetische kerosine of duurzame en schone brandstof. Om altijd ruimte te houden voor innovatie en nieuwe inzichten en maatregelen te blijven toetsen op kosteneffectiviteit en efficiency, willen wij een periodieke review van het klimaatakkoord, te beginnen in 2022.
  • Wij verruimen de regelingen die investeringen in isolatie, verduurzaming of energiebesparing in je eigen huis haalbaar en betaalbaar maken. Alle regelingen worden samengebracht in een online klimaatloket, waar je terecht kunt voor subsidies en advies op maat over de beste en meest rendabele investeringen.
  • Bij de nieuwbouw van woonwijken wordt duurzaam, klimaatneutraal en meer groen de norm en mogelijkheden voor de opvang en het hergebruik van regen- water bevorderd. Wij stimuleren niet alleen circulair bouwen maar ook energie- positief bouwen voor een duurzamer en groener Nederland. Als gemeenten de regierol krijgen in het verduurzamen van wijken, mogen zij ook kiezen voor behoud en aanleg van gasnetten in de gemeente. Daarbij zou het uitgangspunt in de verduurzaming van de gebouwde omgeving richting 2050 moeten zijn dat aanleg van gasnetten wordt gezien als laatste optie. Een verbod is dan niet nodig.
  • Wij willen een stimuleringsprogramma voor de introductie van hybride cv-ketels voor de verwarming van woningen die naast de wijkgerichte aanpak kan bestaan en daarmee niet concurreert. We zoeken naar een vorm van normering zodat de hybride ketel een belangrijke rol speelt in de vervangingsmarkt voor nieuwe cv-ketels. We stimuleren de productie van groen gas.
  • Verhuurders die hardnekkig nalatig zijn in het verduurzamen of isoleren van hun woningen, worden gekort op de huur die zij voor een onzuinige huurwoning mogen rekenen. De verhuur van woningen met enkel glas wordt op termijn verboden, tenzij dit evident niet mogelijk is zoals bij monumentale panden.
  • We gaan lokaal en regionaal maatschappelijk vastgoed (verenigingen, scholen, cultureel erfgoed, buurthuizen en oefenlokalen) actief ondersteunen en ontzorgen in de energietransitie. Dit bespaart deze organisaties veel werk en leidt in veel gevallen tot lagere energiekosten.
  • Wij investeren in een zichtbare vergroening van de woonomgeving. In de grote steden krijgen stadsgroen en parken voorrang op een verdere verdichting van de woonomgeving en in het hele land planten wij voor iedere inwoner in de eigen buurt een nieuwe boom. Met 17 miljoen nieuwe bomen wordt Nederland nog schoner, groener en gezonder. Wij gaan door met de strijd tegen zwerfafval en de plastic soep in het open water.
  • We zijn zuinig op de natuur en het cultuurlandschap in ons land. Behoud en versterking van de nationale parken en kwetsbare natuurgebieden vragen om een doordachte langetermijnvisie, gerichte investeringen in natuurverbetering en de versterking van het ‘groen’ onderwijs en onderzoek. Bij de aanleg en bouw van grote windmolens en zonneparken worden natuur en landbouwgronden zoveel mogelijk ontzien, zeker zolang er op daken nog volop ruimte is voor zonnepanelen. Ook wordt altijd als eerste de directe omgeving geraadpleegd.
  • Wij onderschrijven de Europese Green Deal, maar maken ons nog grote zorgen over de uitwerking voor de specifieke Nederlandse situatie. De doelstelling om 30% (Europa breed) van het land- en wateroppervlak als beschermd natuurgebied aan te merken is in ons land niet haalbaar. We dragen actief en constructief bij aan de vormgeving om de haalbaarheid en betaalbaarheid van de maatregelen te beschermen. Dat geldt ook voor de herijking van het bestaande Natura2000 beleid.
  • Een groot milieurendement is te behalen met hoogwaardige verwerking van ons huishoudelijk en bedrijfsafval. Nederland beschikt over een innovatieve afvalbranche waar we gebruik van moeten maken. Dus we willen zoveel mogelijk stoppen met exporteren van afval naar landen als China, en meer circulaire bedrijvigheid in onze eigen regio's stimuleren. Hiervoor moeten we het verbranden van afval verminderen en het hergebruik van afval aantrekkelijker maken. Regulering en financiële prikkels vanuit de overheid dragen bij aan de hernieuwde inzet van die grondstoffen. Ook grondstoffen moeten in de toekomst vaker opnieuw inzetbaar zijn. Daarom maken we verbranden van afval minder aantrekkelijk en het hergebruik aantrekkelijker.
  • Resten van geneesmiddelen komen via het rioolwater steeds vaker in het oppervlaktewater terecht en vormen een bedreiging voor het waterleven en de drinkwaterproductie. We zetten in op het terugdringen hiervan in samenwerking met gemeenten en waterschappen.
  • Strenge bronmaatregelen voor auto’s, apparaten of bouwmaterialen zijn voor het klimaat veel effectiever dan maatregelen die de schade achteraf beperken. Daarom stellen wij in Europees verband strengere eisen aan duurzame productie en kwaliteit van tal van producten. Met een ‘recht op reparatie’ dwingen we hogere kwaliteitseisen af voor gebruiksproducten als huishoudelijke apparatuur en mobiele telefoons.
  • Om het draagvlak voor klimaatmaatregelen te vergroten willen wij een landelijk burgerberaad dat de politiek adviseert over de uitwerking van het klimaatakkoord. In dit beraad buigen 150 burgers, die door loting zijn aangewezen, zich over haalbare en betaalbare oplossingen om de doelen van het klimaatakkoord te realiseren. Zo ontstaat een representatief beeld van wat mensen belangrijk vinden en kan de politiek met meer draagvlak besluiten nemen.
  • De verhoging van de energierekening om duurzame doelen te betalen kan niet oneindig doorgaan. Daarom willen wij de mogelijkheden en gevolgen onderzoeken om duurzaamheidsmaatregelen meer uit de algemene middelen te financieren in plaats van via de huidige opslag op de energierekening.

Een gezonde toekomst voor de landbouw en visserij

Nederland zonder boeren, tuinders en vissers is als het Rijksmuseum zonder Rembrandts. Samen staan ze voor het beste wat ons land de wereld te bieden heeft. Rembrandt is wereldberoemd als groot vakman en vernieuwer in zijn vakgebied en dat zijn onze boeren, tuinders en vissers ook. Daarom moeten we op hen net zo zuinig zijn als op onze Rembrandts.

Voor de boer zijn de grond, de dieren en de natuur het kapitaal waarmee hij werkt. Voor de visser is dat het water en de zee. De zorg voor het landschap, het milieu en dierenwelzijn is hun dagelijks werk. Weinig andere sectoren hebben in de afgelopen jaren zoveel milieuwinst geboekt in het terugdringen van de uitstoot en de ontwikkeling van nieuwe duurzame technieken.

Veel boeren, tuinders en vissers hebben een familiebedrijf, dat van generatie op generatie wordt doorgegeven. Dat is de reden dat zij als geen ander weten hoe zij zich steeds weer aan kunnen passen aan nieuwe omstandigheden. Dat doen ze al eeuwen.

Bij veel politieke partijen ontbreekt de aandacht voor de strategische waarde van een sterke agrarische sector. Op wereldschaal azen landen als China op onze agrarische technologie en productiecapaciteit, terwijl met de groei van de wereldbevolking voedsel- zekerheid en voedselveiligheid steeds grotere vraagstukken worden. Europese samenwerking en handelsverdragen zijn dan onmisbare instrumenten om de eigen markt, de voedselkwaliteit en de productie te beschermen.

Wij kiezen voor een gezonde toekomst voor de landbouw, tuinbouw en visserij in ons land. Met hun vakmanschap en innovatie is een versnelling van de verduurzaming haalbaar. In een goede balans met de natuur, het landschap en de omgeving om hen heen. Wat de sector daarvoor nodig heeft is een duidelijk langetermijnperspectief, de ruimte om te ontwikkelen en een eerlijke prijs voor hun producten.

  • Voor een gezonde toekomst voor de hele agrarische sector kiezen wij voor een nieuwe aanpak, waarbij de overheid met de sector duidelijke langjarige duurzaamheidsdoelen vastlegt en vervolgens de uitvoering aan de sector zelf over laat om deze doelen te halen. De Nederlandse glastuinbouw is een voorbeeld in de wereld op het gebied van productie, duurzaamheid en innovatie. We willen de sector optimaal faciliteren in onderwijs en onderzoek.
  • Met de inzet van innovatie en nieuwe meettechnieken kunnen de doelmaatregelen worden vertaald in een opgave op bedrijfsniveau. Daarmee laten we iedere agrarische ondernemer de ruimte voor maatwerk, innovatie en vakmanschap om naar eigen inzicht zijn aandeel te realiseren. Met behulp van evenwichtsbemesting kunnen voldoende meststoffen worden toegediend aan de bodem om terug te geven wat eerder onttrokken is. De overheid handhaaft op de uitkomst en hoeft zich minder met de bedrijfsvoering op het erf te bemoeien.
  • De doelmaatregelen voor de lange termijn bepalen de milieugebruiksruimte voor de landbouw, inclusief de eerder gestelde limieten op fosfaat en stikstofemissies. Wij stimuleren de sector om zelf met plannen te komen om deze doelen te realiseren. De plannen vragen om inspanningen van de hele keten: van boeren, verwerkers van agrarische producten en andere partners in de keten.
  • Initiatieven van boeren om (nog) duurzamer te werken leiden nog te vaak tot meer kosten en minder opbrengst. Wij blijven werken aan een eerlijke prijs waarin de kosten voor verduurzaming worden meegenomen. Zolang de markt dit niet regelt is de overheid mede aan zet.
  • Omdat geen boer groen kan doen, als hij of zij rood staat, willen wij dat banken en de overheid ondersteuning bieden om financiering mogelijk te maken. Omdat de financieringsproblematiek zich niet beperkt tot de primaire investering, breiden we daarnaast het bestaande Omschakelfonds van investeringskredieten uit met een risico- en transitiefonds.
  • Aanvullend op de langjarige duurzaamheidsdoelen bieden we boeren de gelegen- heid om samen deel te nemen aan nieuwe trajecten waarin zij ervaring opdoen met natuurinclusieve landbouw en andere nieuwe methoden om hun bedrijfsvoering te verduurzamen, zodat we versnellen in de duurzaamheidsopgave en deze ambities vanuit de sector zichtbaar maken voor een groter publiek. Dit verdient respect, maakt ons trots en biedt perspectief voor de volgende generatie boeren.
  • Wij zetten de modernisering en innovatie van de veehouderij voort, bijvoorbeeld door via stalaanpassingen emissies verder te beperken. Het is belangrijk dat de sector zelf deze innovatie omarmt om de duurzaamheid- en dierenwelzijn doelen te behalen. Ook hier moeten overheid en ketenpartners bijdragen om de transformatie van deze belangrijke economische sector mogelijk te maken. Boeren kunnen dit niet alleen.
  • Ook de boeren leveren een bijdrage aan de stikstofreductie waarbij maatwerk per regio het uitgangspunt is. Boeren die vrijwillig stoppen worden hiervoor gecompenseerd. Wij zijn tegen gedwongen onteigening en willen landbouwgrond voor de landbouw behouden en de bestaande budgetten voor uitkoopregelingen ook openstellen voor verduurzaming van de stallen en productiemethoden, als daarmee voor hetzelfde geld betere resultaten kunnen worden geboekt. Wij verruimen de mogelijkheden, zowel geografisch als financieel, voor boeren om te participeren in duurzaam landschaps- en natuurbeheer.

    Wij bepleiten een onderzoek naar de gevolgen van het extern salderen, het nationale verdienvermogen en wat de minimale omvang is om de innovatiekracht overeind te houden in de land- en tuinbouw en de visserij.

    Op regionaal niveau wordt de mogelijkheid geboden om voor vraagstukken van klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en verlies van het cultuurlandschap oplossingen te ontwikkelen waarbij landbouw en natuur in balans zijn en elkaar versterken.

  • Wij willen een beschermde status voor vitale landbouwgronden om de toekomst van het platteland en de voedselzekerheid veilig te stellen. In de nieuwe Nota Ruimte worden ontwikkelgebieden voor de landbouw aangewezen in een goede balans met de ruimte voor natuur, wonen en recreatie. Daar waar de functie landbouw wordt gewijzigd wordt de verplaatsing van een gezond bedrijf naar vitale landbouwgronden mogelijk gemaakt. Ook beschermen we onze agrarische technologie, landbouwgrond en vitale bedrijven in zaai- en pootgoed tegen ongewenste overnames uit het buitenland.
  • Wij blijven ons inzetten voor een betere en eerlijke prijs voor de boer. Daarvoor komt er een voedselscheidsrechter als marktmeester tussen boeren, de groothandel en consumenten en bieden wij de consument meer transparantie over de herkomst en productiewijze van ons voedsel. In Europees verband zetten we ons in voor een lagere btw op groenten en fruit dat in Europa is geteeld.
  • Wij willen kortere ketens van het land naar het bord. Wat je van dichtbij haalt is verser, lekkerder en vaak minder belastend voor het milieu. Daarom stimuleren wij lokale coöperaties van boeren, winkeliers en consumenten om regionale producten op de markt te brengen en zo bij te dragen aan een sterke lokale en circulaire economie.
  • De opheffing van de productschappen heeft de positie van boeren en tuinders in de keten verzwakt. Om de gezamenlijke verantwoordelijkheid en samenwerking te versterken kiezen wij voor de oprichting van nieuwe ketencoöperaties, waarin de spelers uit de hele keten in de agri- en foodsector samenwerken en afspraken maken over productie, kwaliteit, gezamenlijk toezicht, duurzaamheid, biodiversiteit en een eerlijke prijs.
  • Water, droogte en het voorkomen van verzilting van landbouwgronden vormen grote strategische uitdagingen voor de komende jaren. In een waterrijk land als Nederland moet het mogelijk zijn om voldoende zoet water beschikbaar te houden voor de landbouw, de natuur en de mens. Voor een goede balans in het waterbeleid houden wij vast aan de waterschappen, inclusief de geborgde zetels in het algemeen bestuur.
  • Bodemdaling in het veenweidegebied leidt in het hele land tot schade aan huizen, gebouwen, wegen en landbouwgronden. Wij wijzen in het nieuwe kabinet één coördinerend minister aan die samen met gemeenten, provincies, waterschappen, landeigenaren en grondgebruikers komt tot een effectief pakket van maatregelen om de bodemdaling terug te dringen. De Impulsregeling veenweide wordt voort- gezet en uitgebreid met een investeringsagenda voor bebouwd gebied om samen met grondeigenaren en –gebruikers naar passende compensatie te zoeken voor de waardedaling van het eigendom vanwege beperkingen in gebruiks- mogelijkheden en om de leefbaarheid en vitaliteit te bevorderen.
  • Onze kennis over voedsel, water en duurzaamheid is van wereldklasse. Het Nationaal Groeifonds biedt ook voor de agrarische sector mogelijkheden voor investeringen in onderzoek en innovatie en de versterking van kansrijke clusters van bedrijven, kennisinstellingen en overheden in de agrofoodsector. Toelatingsprocedures voor duurzame alternatieven voor bemesting en gewas- bescherming worden vereenvoudigd en verkort. Tevens willen we onder strikte ethische voorwaarden nieuwe technieken van genetische modificatie in plantaardig materiaal mogelijk maken, zoals Crispr cas.
  • Het bestaande jongeboerenfonds en jongevissersfonds bieden de komende generaties boeren en vissers zicht op een solide toekomst voor hun familiebedrijf. De huidige regelingen zijn te bureaucratisch en worden nog onvoldoende benut. Wij willen de aanvraag vereenvoudigen en meer toespitsen op de behoeften van jonge boeren en vissers zelf.
  • De visserij loopt tegens steeds strengere eisen aan. Wij willen de vloot onder- steunen in een duurzame toekomst. De aanlandplicht wordt vervangen door een registratieplicht, die hetzelfde doel dient maar met de inzet van innovatieve herkenningssoftware tot heel veel minder regeldruk leidt.
  • Met de uitbreiding van windenergieparken en natuurgebieden neemt het aantal gebruikers op de Noordzee steeds verder toe. Bij de uitvoering van het Noordzeeakkoord moeten de belangen van de Nederlandse vissersvloot zwaar meewegen, zowel in het behoud van voldoende visgronden als in het stimuleren van innovatie en verduurzaming.

Een betrouwbare en dienstbare overheid

We moeten nu doorpakken voor een betrouwbare en dienstbare overheid die naast mensen staat en waakt over het algemeen belang. Wij beschermen en versterken de instituties van de rechtsstaat om die rol voor de samenleving te kunnen blijven vervullen.

Vertrouwen in de rechtsstaat en de overheid

In ons land is de verhouding tussen de burger en de overheid stevig verankerd in de democratische rechtsstaat. Ieder mens telt en ieder van ons heeft gelijke rechten om mee te doen en tegelijk de verantwoordelijkheid om naar vermogen bij te dragen aan de samenleving. Die wederkerigheid is de basis van ons idee van de verantwoordelijke samenleving.

In de rechtsstaat is de overheid de ‘dienaar van het algemeen belang’. In deze crisistijd zien we opnieuw hoe belangrijk een goed functionerende overheid is. Voor onze veiligheid en gezondheid nemen het kabinet en de burgemeesters lastige, maar noodzakelijke maatregelen. Daarover leggen zij continu publiekelijk verantwoording af aan het parlement en de gemeenteraad. Er is kritiek, maar ook veel vertrouwen en waardering voor de zware verantwoordelijkheid die zij dragen.

Toch hebben we de afgelopen jaren ook voorbeelden gezien waar de overheid ernstig te kort schoot. Bij de toeslagenaffaire van de Belastingdienst en rond de afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen liet de overheid flinke steken vallen in de betrouwbare en dienstbare rol die zij hoort te hebben. Dat heeft het vertrouwen van burgers geschokt en geschaad.

De oorzaak voor dit falen ligt in het jarenlange liberale pleidooi voor een kleinere en goedkope overheid, die de vrijheid van burgers zo min mogelijk mag beperken. Steeds weer ging het debat over de vraag wat de overheid niet moet doen, in plaats van waar de overheid wel voor is. Bezuinigingen, taakstellingen en privatiseringen hebben de publieke zaak uitgehold met een averechts effect op onze vrijheid: we kregen meer regels, meer controles en hogere kosten. Maar geen beter resultaat.

In de coöperatieve samenleving die wij voor ogen hebben herstellen we de balans. Niet de overheid of de markt staan voorop, maar de samenleving. Overheid en markt zijn dienstbaar aan de burger in plaats van andersom. Dat vraagt om een slagvaardige en rechtvaardige overheid met een menselijk gezicht en om een lerende overheid die uit zichzelf open en eerlijk is als het misgaat.

Nieuwe maatregelen zijn nodig om het geschade vertrouwen te herstellen en de checks en balances in de rechtsstaat te versterken in een nieuw sociaal contract tussen burgers, overheid en markt.

  • Wij willen dat politici zich krachtig uitspreken tegen personen en partijen die het vertrouwen in de instituties van de democratische rechtsstaat ondermijnen of het belang in twijfel trekken. Wij leggen in de Grondwet vast dat Nederland een democratische rechtsstaat is.
  • Wij willen meer authentieke volksvertegenwoordigers met stevige wortels in de eigen regio of stad. Om de band met de kiezers te versterken en een goede vertegenwoordiging uit alle hoeken van het land te waarborgen, willen wij de invoering van een regionaal kiesstelsel. We kijken of in het nieuwe kiesstelsel dat wij voorstaan een kiesdrempel kan worden ingevoerd.
  • Wij willen strengere, wettelijke eisen aan het democratisch gehalte en de financiering van politieke partijen. In lijn met de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens kunnen antidemocratische partijen worden verboden.
  • Wij vragen meer openheid van politici en bestuurders over een strafrechtelijk verleden. Voor hun aantreden moeten zij openheid geven over onherroepelijke veroordelingen tot een vrijheidsstraf of een geldboete van ten minste de tweede categorie. Volksvertegenwoordigers verliezen hun mandaat bij een veroordeling tot een celstraf hoger dan 4 maanden.
  • Wij versterken de kwaliteit van wetgeving en de democratische controle door het parlement. Daarvoor willen wij een betere ondersteuning en een uitbreiding van het onderzoeksbudget van de Eerste en Tweede Kamer. In de Tweede Kamer wordt de Commissie voor de Rijksuitgaven in ere hersteld en het grondwettelijk recht op inlichtingen wordt expliciet vastgelegd als een recht op een document, als daar specifiek om wordt gevraagd.
  • Om de rechten van burgers in de 21e eeuw opnieuw te waarborgen wordt de Grondwet gemoderniseerd, in het bijzonder ten aanzien van de grondrechten. Zo halen we het verbod op constitutionele toetsing uit de Grondwet en bereidt de regering verschillende opties voor grondwettelijke toetsing voor. Bij deze opties kiezen wij niet voor een uitgebreide toetsing maar hebben wij een voorkeur voor een geconcentreerde toetsing. Er komt geen rechterlijke toetsing op de sociale grondrechten.
  • Politici maken het liefst nieuw beleid, waar ze het nieuws mee halen. Voor de uitvoering van bestaand beleid is alleen aandacht als het misgaat. Wij willen de politieke verantwoordelijkheid voor de uitvoering versterken en zelfstandige bestuursorganen waar mogelijk omvormen tot rijksdienst. Ook krijgt de uitvoeringstoets voor nieuw beleid een grotere rol in de besluitvorming.
  • We investeren in de kwaliteit en de capaciteit van de overheid en de instituties van de rechtsstaat. Wij beperken de omloopsnelheid van topambtenaren, zodat kennis en expertise behouden blijven in de ambtelijke top en we kijken naar de juiste financiering voor belangrijke publieke taken als de rechterlijke macht.
  • Om te leren van gemaakte fouten en de professionele beroepsuitoefening te versterken willen wij net als in de zorg, het bankwezen en bij Defensie een tuchtrecht voor ambtenaren. Om de positie van verantwoordelijke ambtenaren te versterken voert de overheid een klokkenluidersregeling volgens de nieuwe richtlijnen van de Raad van Europa.
  • Wij willen een rijksbreed project om de informatiehuishouding van de overheid te verbeteren en de transparantie te vergroten. De erfgoedinspectie krijgt meer capaciteit en bevoegdheden om toe te zien op deze taak. Alle modellen die door overheden en planbureaus worden gebruikt, worden openbaar.
  • Wij gaan de onafhankelijke positie van rijksinspecties wettelijk vastleggen en van een eigen begrotingsartikel voorzien. De Kamer krijgt het recht om rijksinspecteurs te horen. Voor onderzoeken die het kabinet zelf instelt komt er een wettelijke basis om de onafhankelijkheid te waarborgen en de inzage van stukken of het horen van onderzoekers door het parlement te regelen.
  • Een dienstbare overheid communiceert in begrijpelijke taal. Dat geldt voor officiële beleidsstukken en regels, maar zeker ook in het directe contact met de burger. Bij communicatie vanuit de overheid kun je altijd persoonlijk contact opnemen via een naam van een medewerker en een direct telefoonnummer.
  • In iedere gemeente komt een loket voor burgers die zichzelf niet kunnen redden in het contact met overheden en uitvoeringsorganisaties. Met een casemanager wordt net zo lang gezocht tot er een oplossing is gevonden die recht doet aan de situatie.
  • De rechtsbescherming voor burgers bij geautomatiseerde besluitvorming door de overheid wordt versterkt via een recht op inzicht in de gegevens en de algoritmes die de overheid gebruikt. Het beroep tegen dit soort besluiten en de toetsbaarheid van onderliggende algoritmes wordt vereenvoudigd
  • Om het draagvlak in de samenleving voor ingrijpende besluiten te vergroten, nemen wij een proef met lokale en landelijke burgerberaden. In zo’n beraad worden burgers bij loting aangewezen om de politiek te adviseren over oplossingen voor lastige vraagstukken. Zo ontstaat een representatief beeld van wat mensen belangrijk vinden. Lessen uit het buitenland worden bij deze experimenten betrokken.
  • De burgemeester en de Commissaris van de Koning vervullen een belangrijke rol in het bestuur van de gemeente en de provincie. Zij zijn herkenbaar voor hun inwoners en staan boven de partijen. Daarom hechten wij aan de kroon- benoeming voor beide functies, met behoud van de rol van de gemeenteraad bij de aanstelling van de burgemeester.
  • Wij willen een rem op gemeentelijke herindelingen, als de inwoners zelf een fusie niet zien zitten. Daarom willen wij dat een gemeenteraad altijd in twee instanties besluit over een herindeling. Als er na lokale verkiezingen nog steeds een raadsmeerderheid voor de herindeling is, kan een voorstel worden ingediend.
  • Veel gemeenten verkeren financieel in zwaar weer. Wij staan naast hen, omdat de gemeenten het dichtst bij mensen staan en veel taken vervullen die van grote betekenis zijn in het dagelijks leven van ons allemaal. Dat vraagt om betere financiële afspraken, van beleidsvrijheid van belastingen tot extra investeringen in onze gemeenten.
  • De introductie van het WMO abonnementstarief heeft de gemeentelijke autonomie aangetast en de mogelijkheid onder druk gezet om maatwerk te bieden aan haar inwoners bij gedecentraliseerde taken. Een goede uitvoering van gedecentraliseerde taken staat sowieso onder druk vanwege de beschikbare financiële middelen.

    Dit vraagt om een herijking van deze taken en aanpassing van het WMO abonnementstarief. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om in ieder geval voor de hogere inkomens een eigen bijdrage te vragen.

    Daarnaast zal het Rijk structurele financiële middelen ter beschikking stellen, onder meer voor het uitvoeren van de gedecentraliseerde taken als de WMO en de jeugdzorg. Daarbij worden de gevolgen van de ingevoerde opschalingskorting betrokken.

  • Het nieuwe kabinet sluit met de gemeenten, provincies en waterschappen een bestuursakkoord over de uitvoering van bestaand beleid en de nieuwe plannen in het regeerakkoord. Bij nieuwe taken hoort altijd nieuw budget. Gemeenten en provincies kunnen ook een aanvraag doen bij het Nationaal Groeifonds voor investeringen in de regionale economie.

Bescherming tegen criminaliteit en ondermijning

Veiligheid is een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Want alleen in een veilige en rechtvaardige samenleving kunnen we echt vrij zijn. Veiligheid begint met een goed functionerende rechtsstaat, die beschermt en alert optreedt tegen onrecht, overlast en criminaliteit. Maar een veilige samenleving vraagt ook om een grotere weerbaarheid van burgers en bedrijven in het voorkomen van criminaliteit.

De moord op een advocaat, martelkamers in de drugswereld en de toename van het aantal steekincidenten onder jongeren laten zien dat veiligheid nog geen vanzelfsprekendheid is. De ondermijning van de samenleving door de georganiseerde criminaliteit vormt een ernstige en directe bedreiging voor de openbare orde en de rechtsstaat.

De ongemakkelijke waarheid is dat criminaliteit en overlast vaak draaien om drugs. Ons land is uitgegroeid tot een spil in de internationale drugshandel. Zowel het drugsgebruik als de productie en doorvoer van softdrugs, cocaïne en synthetische drugs zijn volledig uit de hand gelopen. De overlast heeft zich vanuit de grote steden uitgespreid over het hele land. In de vorm van bruut geweld, ernstige bedreigingen en het dumpen van drugsafval. We mogen ons niet neerleggen bij de verloedering, de afrekeningen en de gestage ondermijning van onze samenleving.

Het is tijd voor een hardere aanpak. Het vrijgeven van drugs gaat dit probleem niet oplossen. Integendeel, we moeten af van de normalisering van drugs en drugsgebruik. Ook voor de yogasnuiver en het weekendpilletje. We moeten investeren en doorpakken om de criminaliteit terug te dringen en de samenleving te beschermen tegen verdere ontwrichting.

Met een Deltaplan Ondermijning gaan we die strijd aan. We versterken de strafrecht- keten van politie, justitie en de rechterlijke macht en verbeteren de samenwerking tussen diensten, overheden en bedrijven. We vergroten de bewustwording en weerbaarheid van burgers en ondernemers, en bieden meer mogelijkheden om zelf een bijdrage te leveren aan onze veiligheid. Ook zoeken we meer samenwerking in Europa in de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit, cybercrime, mensen- handel en terrorisme.

  • Een weerbare samenleving begint met het besef en de verantwoordelijkheid dat iedere burger zelf kan bijdragen aan de veiligheid. Door kinderen goed op te voeden, door in het onderwijs alert te zijn op signalen dat kinderen in de problemen zitten of door in de eigen buurt verloedering tegen te gaan.
  • Wij vergroten de alertheid, stimuleren burgerinitiatieven op het gebied van veiligheid en helpen ondernemers in het voorkomen van witwassen of dienst- verlening aan criminelen. De mogelijkheden van politie en justitie om over en weer informatie te delen met burgers en bedrijven worden vergroot.
  • Wij staan vierkant achter onze hulpverleners. Zij verdienen respect en waardering voor de belangrijke rol die zij hebben in onze samenleving. Geweld, agressie en intimidatie worden op geen enkele manier geaccepteerd: wie hulpverleners belaagt wordt hard gestraft.
  • Wij willen de uitvoering van een Deltaplan Ondermijning voor een stevige en integrale aanpak van de georganiseerde drugscriminaliteit in ons land. Alle relevante partijen – van politie tot banken, van gemeenten tot het bedrijfsleven – worden betrokken in een gezamenlijke, meerjarige aanpak, waarin repressie en preventie centraal staan en regellasten voor bedrijven en instellingen kritisch worden meegewogen. We reserveren voor al deze initiatieven structureel 400 miljoen euro, zoals voorgesteld in het rapport ‘Een pact voor de rechtsstaat’.
  • Criminele vermogens en bezittingen worden consequent en ‘zichtbaar’ afgepakt, waarbij een deel van de opbrengsten wordt geïnvesteerd in de wijken waar de criminelen hun vermogen hebben verdiend of slachtoffers hebben gemaakt. De mogelijkheden om niet-herleidbare vermogens te ontnemen worden vergroot.
  • Wij willen het patroon van criminele families doorbreken door eerder beschermingsmaatregelen als een uithuisplaatsing of ontzetting uit de ouderlijke macht in te zetten. Er komt een stevige aanpak op het ronselen van jongeren voor criminele activiteiten.
  • Voor een deel van de jongeren is de straat een harde leerschool. Door problemen thuis of op school belanden ze al jong op het verkeerde pad. Voor deze groep is straf alleen niet genoeg, maar is heropvoeding en vroeg ingrijpen nodig om verdere problemen te voorkomen. Naast repressie is het van belang om in te zetten op een structurele en integrale wijkaanpak.
  • Wij willen een duidelijke kentering in het drugsbeleid en een einde aan de normalisering en de romantiek van drugs en drugsgebruik. Legalisering van soft- en harddrugs is niet aan de orde. Wij versterken de voorlichting aan jongeren over de gevaren van drugsgebruik.
  • Met een uitsterfbeleid voor coffeeshops binnen vijf jaar dringen we het aantal verkooppunten terug, te beginnen met een wettelijk afstandscriterium tot scholen en sportvoorzieningen. We introduceren een nieuw sluitingscriterium om de concentratie van te veel coffeeshops in een klein gebied tegen te gaan.
  • Drugscriminelen kiezen voor ons land vanwege het milde strafklimaat. Daarom worden de straffen voor drugshandel en druggerelateerde delicten verhoogd en meer in lijn gebracht met ons omringende landen.
  • Criminele organisaties maken ook gebruik van de sterke economische infrastructuur van ons land. Havens en luchthavens en een sterke digitale en financiële sector zijn vestigingsvoorwaarden, die ons land ook voor criminelen aantrekkelijk maken. Met het bedrijfsleven worden bindende afspraken gemaakt om de weerbaarheid tegen criminele invloeden te vergroten en de poortwachters- functie bij kwetsbare branches te versterken.
  • In de strijd tegen ondermijnende criminaliteit investeren wij meerjarig in de capaciteit en kwaliteit van politie, het openbaar ministerie en de rechterlijke macht, zoals voorgesteld in het rapport ‘Een pact voor de rechtsstaat’. De onderlinge samenwerking en informatieuitwisseling in de keten wordt versterkt en de capaciteit voor internationale opsporing en justitiële samenwerking in Europees verband wordt uitgebreid.
  • Wij zorgen dat politie en justitie altijd over de juiste bevoegdheden beschikken om hun zware werk te kunnen doen. Daarom onderschrijven wij het belang van de modernisering van het Wetboek van Strafvordering en willen wij een snelle behandeling van nieuwe wetsvoorstellen. Ook de burgemeesters moeten voor hun rol over voldoende bevoegdheden en een goede informatiepositie beschikken.
  • Voor deze goede informatiepositie is het van belang dat er goed gekeken wordt naar de mogelijkheden binnen de Wet Gegevensverwerking Samenwerkings- verbanden (WGS). Deze moet toegerust zijn om de partners binnen het integrale samenwerkingsverband onder RIEC/LIEC vlag voldoende ruimte te geven om niet alleen casus-gericht, maar ook thematisch gericht te kunnen werken.
  • Om de druk op de strafrechtketen te verkleinen willen wij dat de politie op wijkniveau samen met de partners uit het sociale domein eenvoudige zaken kan afhandelen. Ook willen wij meer ruimte voor de digitale afhandeling van strafzaken en de introductie van een consensus-strafrecht voor simpele zaken met een bekennende verdachte.
  • Veel wijkteams van de politie zijn structureel onderbezet. Wij versterken de basisteams, zodat de wijkagent vaker zichtbaar op straat aanwezig is en snel kan optreden bij inbraken, ruzies en andere vormen van overlast en criminaliteit die de leefbaarheid verstoren. De positie en bevoegdheden van BOA's zijn toe aan een herbezinning die recht doet aan hun steeds belangrijkere taak.
  • Uitbreiding van de politiecapaciteit stuit in de praktijk vaak op de beperkte opleidingscapaciteit. Daarom willen wij een tweede politieacademie, die zich naast de reguliere opleiding gaat richten op nieuwe opsporingsmethoden als financiële data-analyse en via artificiële intelligentie. Om extra politiecapaciteit vrij te maken wordt de arrestantenzorg van de politie overgeheveld naar het gevangeniswezen.
  • De sociale advocatuur staat mensen bij die zelf geen advocaat kunnen betalen. Daarmee levert zij een grote bijdrage aan het rechtsgevoel van veel kwetsbare mensen in onze samenleving. Wij willen de kwaliteit van de sociale advocatuur op peil houden en de toegang van middeninkomens tot de rechtsbijstand verbeteren. Commerciële advocatenkantoren moeten een grotere bijdrage leveren in de vorm van pro-deo zaken.
  • Wij treden streng op tegen seksueel misbruik, intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag, waarbij geen sprake is van vrijwilligheid of gelijkwaardigheid. De misstanden en mensenhandel in de prostitutie moeten harder aangepakt worden. Wij willen scherpe maatregelen tegen de uitbuiting van vrouwen, ook in de vergunde prostitutie. Om de misstanden en mensenhandel in de prostitutie beter te kunnen aanpakken zijn wij voor de invoering van een model gebaseerd op gelijkheid met als doel de bescherming van de prostituee. Wij willen dat de leeftijdsgrens voor prostitutie verhoogd wordt naar 21 jaar en we pleiten voor een pooierverbod en verzwaren de verantwoordelijkheid van klanten. Daarnaast moeten uitstapprogramma's en andere vormen van integrale hulp- verlening beschikbaar zijn om prostituees een betere toekomst te bieden.
  • Wij willen een speciaal programma om een einde te maken aan de spilfunctie die ons land heeft in de productie en handel in kinderporno. Ook willen we een betere samenwerking met buurlanden om internationale netwerken op te rollen.
  • We blijven alert op de risico’s van aanslagen en terrorisme. Dat vraagt om een integrale aanpak van strafrechtelijke vervolging, bestuursrechtelijke maatregelen en vroegtijdige signalering van radicalisering in jihadi-gezinnen of extreme groeperingen. Wij willen een speciaal traject voor veroordeelde terroristen die na het uitzitten van hun straf nog steeds radicale opvattingen aanhangen. De asielaanvraag of verblijfsvergunning moet ingetrokken kunnen worden indien er sprake is van radicalisering.
  • Nederland blijft zich sterk maken voor de oprichting van een tribunaal voor de berechting van IS-uitreizigers, die willens en wetens lid werden van een organisatie die genocide pleegde. In Nederland moet er een speciale officier van Justitie komen die belast wordt met het verzamelen van bewijsmateriaal en de vervolging van IS-uitreizigers. Daarnaast moet er meer aandacht en zorg komen voor de slachtoffers van IS, zoals Jezidi’s en vervolgde Christenen in het Midden-Oosten.
  • Voor racisme en uitsluiting op welke grond dan ook, is geen plaats in onze samenleving. Haatzaaien en groepsbeledigingen worden sneller en strenger bestraft en ook het verheerlijken van geweld en terrorisme wordt strafbaar.
  • De toename van het aantal incidenten rond straatintimidatie, intolerantie en geweld wegens seksuele geaardheid, religie of afkomst, antisemitisme en andere vormen van onverdraagzaamheid leidt tot grote spanningen in die gemeenschappen. Wij willen de aangiftebereidheid vergroten en een strenge aanpak van alle vormen van intolerantie en geweld tegen bevolkingsgroepen.
  • In artikel 1 van de Grondwet over gelijke behandeling wordt expliciet gemaakt dat ook discriminatie op grond van “seksuele gerichtheid” en “handicap” niet is toegestaan. Wij willen dat deze gronden net zoals discriminatie van godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras en geslacht expliciet genoemd zullen worden.
  • Wie ervoor kiest zijn of haar eigen land achter te laten en het Nederlanderschap verkrijgt moet dat in vrijheid kunnen doen. Wij accepteren geen buitenlandse politieke bemoeienis met onze inwoners en helpen Nederlanders desgewenst om afstand te doen van andere nationaliteiten.
  • Omdat veiligheid in deze tijd nooit vanzelfsprekend is en risico’s vele vormen kunnen aannemen, willen wij een Planbureau voor de Veiligheid voor een structurele analyse van bestaande en nieuwe veiligheidsrisico’s in onze samenleving. Het planbureau signaleert, rapporteert en adviseert niet alleen de politiek, maar ook de samenleving.

Een solide bondgenoot in Europa en de wereld

De snelheid waarmee een virus op een vismarkt in China in korte tijd de hele wereld in zijn greep kreeg, laat zien hoe klein en onderling verweven de geglobaliseerde wereld is geworden. De economische en maatschappelijke gevolgen raken ieder land en zullen nog lang voelbaar blijven.

De pandemie laat ook zien hoe ingrijpend de verhoudingen in de wereld zijn veranderd. Dit is de eerste mondiale crisis sinds de Tweede Wereldoorlog zonder Amerikaanse leiding. De economische en militaire kracht van Azië groeit en een steeds assertiever China aast op een leidende rol op het wereldtoneel. Europa sloot aanvankelijk haar grenzen en hervond zich later in een omvangrijk steunpakket. Opnieuw is Afrika het grootste slachtoffer, omdat veel van de geboekte vooruitgang in de strijd tegen ziekte en armoede door de crisis verloren ging. Hier dreigen nieuwe humanitaire voedsel- en gezondheidscrises.

In een wereld die steeds kleiner wordt, worden de risico’s groter. Voor onze eigen veiligheid, gezondheid en welvaart zijn sterke bondgenoten, goede internationale samenwerking en een stevige multilaterale rechtsorde van cruciaal belang.

Grote vraagstukken als klimaatverandering, migratie, vrede en veiligheid vragen om nieuwe internationale consensus en intensieve diplomatieke samenwerking.

In die nieuwe verhoudingen zal Europa vaker dan voorheen als wereldspeler op eigen kracht haar positie moeten bepalen om de Europese manier van leven en onze veiligheid en welvaart te beschermen. Dat vraagt om een zelfbewuste Europese Unie die voor meer staat dan de interne markt alleen. Als waardengemeenschap delen wij belangrijke principes op het gebied van vrijheid, rechtsstaat en democratie. Het Nederlands belang ligt in een sterk Europees blok dat in de wereld een rol van betekenis kan spelen en dingen gedaan krijgt.

Dit realisme tekent onze Europese inzet. We zijn constructief en betrokken. We hoeven niet altijd gelijk te krijgen, maar mogen met de kracht van argumenten wel grenzen trekken als onze belangen in het geding zijn. We zijn waakzaam voor de grote economische en monetaire verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa en scherp in de zorgen over de democratie en rechtsstaat in sommige Midden- en Oost-Europese lidstaten.

  • Nederland blijft, als een van de oprichters, met andere landen werken aan een op waarden gefundeerde Europese Unie. We moeten anders kijken naar de EU dan we in de voorbije decennia deden. Het is van belang open te staan voor minder uniformiteit en voor meer maatwerk. De Europese Unie kan sterker worden door kleine bundelingen van lidstaten en door bepaalde regio’s als kopgroepen te laten functioneren. Daarbij willen wij een stimulerende en initiërende rol spelen.
  • Op kernthema’s die onze soevereiniteit raken, zoals de Europese begroting, de uitbreiding van de Europese Unie en belastingsamenwerking, zetten wij ons in voor het behoud van unanimiteit bij de besluitvorming.
  • Wij willen toekomstige generaties niet met onhoudbare schulden opzadelen. Daarom houden we vast aan een verantwoorde schuldenafbouw in de lidstaten en het belang van economische hervormingen, conform de afspraken van het Stabiliteitspact.
  • Financiële solidariteit met andere lidstaten wordt in principe vormgegeven via de meerjarenbegroting, waarbij de welvarende lidstaten meer bijdragen en min- der welvarende landen meer subsidie ontvangen. We werken samen aan een evenwichtige, innovatieve en concurrerende EU. Nederland kan een zelfstandige afweging maken of we aan nieuwe financiële initiatieven deelnemen. Wij blijven tegen de uitgave van eurobonds.
  • De euro is van groot belang voor een exportland als Nederland. Dat neemt niet weg dat de Economische en Monetaire Unie uit balans is. De Europese Centrale Bank heeft nu, om verschillende redenen, een te grote rol, wat een risico kan vormen voor de financiële stabiliteit. De ECB moet zich daarom weer toeleggen op haar kerntaak en het bezit van schulden van de lidstaten verantwoord afbouwen. Ook de lidstaten moeten hun schuld verantwoord afbouwen. We doen voorstellen in de EU voor een stabiel en evenwichtig begrotings- en fiscaal beleid. We blijven werken aan een goede Bankenunie met streng toezicht.
  • Om een nieuwe bankencrisis te voorkomen moeten conform de Europese bankenwetgeving zwakke banken worden afgewikkeld. Zij kunnen geen staatssteun meer krijgen. Wij willen een Europese fusietoets om te voorkomen dat bankenfusies leiden tot banken die opnieuw too big to fail worden.
  • Europese lidstaten zullen vaker op eigen kracht conflicten moeten oplossen. Dat vergroot het belang van militaire samenwerking en vraagt om krachtiger Europees optreden op het wereldtoneel. Daarom zijn wij voor een Europese Veiligheidsraad, waarin bij voorkeur ook de Britten zijn vertegenwoordigd. Op termijn willen wij een permanente zetel voor de EU in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties.
  • In de EU handhaven we het veto op buitenlands beleid, behalve bij het veroordelen van mensenrechtenschendingen en het opstellen van de zogeheten sanctielijsten. Zo voorkomen we dat één lidstaat kritiek op en sancties tegen landen als China en Rusland kan tegenhouden.
  • Uitbreiding van de Europese Unie is voor ons alleen aan de orde als een kandidaat-lidstaat aan alle voorwaarden voldoet. Wij willen dat toetredings- onderhandelingen worden stopgezet als een kandidaat-lidstaat zich te ver verwijdert van de Europese waarden en afspraken. Dat geldt zeker voor de koers die Turkije is ingeslagen; Turkije dient de status van kandidaat-lidstaat te verliezen en met de EU te zoeken naar een alternatieve vorm van samenwerking.
  • Wij zetten ons in voor een constructieve relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk en daarnaast voor een effectieve bilaterale relatie tussen ons land en het Verenigd Koninkrijk.
  • Wij willen een Europese Afrika-strategie om langjarig bij te dragen aan de ontwikkeling van dit continent, de bestrijding van armoede en ziektes, de realisatie van de VN Sustainable Development Goals (SDG) en samenwerking op het gebied van duurzame energie en handel. Deze strategie biedt een nieuw perspectief voor het continent en moet er mede toe bijdragen dat de bevolkingstoename in Afrika niet leidt tot nieuwe migratiestromen naar Europa.

    Wij vinden het belangrijk dat serieus aandacht wordt besteed aan de implementatie van het VN-Vrouwenverdrag en SDG-5 Gendergelijkheid. Wij willen lokale maatschappelijke vrouwenorganisaties op landelijk en mondiaal niveau blijven ondersteunen die van betekenis zijn bij vredesonderhandelingen en de handhaving van vrouwenrechten.

  • De EU heeft met een interne markt van 500 miljoen consumenten een sterke positie op de wereldmarkt. Die positie maakt het mogelijk om met andere landen afspraken te maken over de bevordering van de handel op basis van een gelijk speelveld zonder oneerlijke concurrentie door bijvoorbeeld staatssteun voor bedrijven buiten Europa. Ook kunnen we zorgen dat goederen en diensten voldoen aan de hoge Europese kwaliteitseisen.
  • Europa staat pal voor de bescherming van de democratische rechtsstaat in de lidstaten. Landen die tornen aan de rechtsstaat verliezen hun stemrecht in de Europese Raad en hun aanspraak op Europese fondsen en subsidies. Bij corruptie met Europees geld worden subsidies gekort of stopgezet.
  • Wij blijven ons inzetten voor de berechting van de verantwoordelijken voor de aanslag op de MH17 en voor de erkenning van de staatsaansprakelijkheid door Rusland.
  • In de China-strategie van Nederland willen we meer aandacht voor bescherming van intellectueel eigendom van bedrijven en universiteiten, handelsvoorwaarden en individuele mensenrechten. Ook in de strategie van de EU zijn deze wijzigingen nodig, zodat landen niet door Chinese investeringen tegen elkaar worden uitgespeeld.
  • Geloofsvrijheid is een speerpunt van ons buitenlandbeleid. Wij bouwen een internationale coalitie tegen de geloofsvervolging, waaronder christenvervolging, die in verschillende landen ernstige vormen aanneemt.
  • In een onrustige wereld staat het belang van multilaterale organisaties als de VN, de Wereldbank, de WTO en de WHO onder druk. Wij zien de kritiek, maar achten deze instellingen onmisbaar voor de oplossing van grote mondiale vraagstukken. De VN is het enige podium waar bijna alle landen van de wereld met elkaar spreken. We streven naar een grotere slagkracht door de focus te leggen op de kerntaken van deze organisaties, in het bijzonder voor de Wereldbank.
  • Wij zien het als een morele plicht om landen in nood te helpen. Daarnaast is internationale samenwerking ook in ons welbegrepen eigenbelang. Globale uitdagingen zoals de coronacrisis laten zien dat uitdagingen als gezondheid zich niet aan grenzen houden en Nederland pas veilig is als het elders ook veilig is. Daarom streven we ernaar om stapsgewijs de investeringen in ontwikkelingssamenwerking naar het internationaal afgesproken niveau van 0,7% van het BNI te brengen, waarbij er altijd ruimte is om te schuiven tussen de verschillende prioriteiten.

    In de hulp aan ontwikkelingslanden zijn gezondheid, het tegengaan van de inperking van de politiek-maatschappelijke ruimte voor het maatschappelijk middenveld wereldwijd, onderwijs, water, voedselzekerheid en landbouw, gelijke rechten en goed bestuur belangrijke aandachtspunten.

  • Individuele vrijheidsrechten worden ernstig geschonden, door autocratische regimes in toenemende mate in twijfel getrokken en internationaal ondermijnd. In ons buitenlandbeleid verzetten we ons tegen deze ontwikkeling en maken we ons hard voor de rechten van de mens wereldwijd.

Een sterke krijgsmacht

De bereidheid om te vechten voor de vrijheid en het hoogste offer te brengen voor de vrijheid van anderen is 75 jaar na de bevrijding van ons land nog elke dag het werk van de vrouwen en mannen in onze krijgsmacht. Zij doen dit vanuit het besef dat vrede en vrijheid nooit vanzelfsprekend zijn.

De bereidheid van onze militairen om zich waar ook ter wereld in te zetten voor vrede en veiligheid legt een grote verantwoordelijkheid bij de politiek. De eenheden moeten er altijd op kunnen vertrouwen dat zij goed getraind, voorbereid en toegerust met het beste materieel hun moeilijke werk kunnen doen. Met de steun van bondgenoten, maar zeker met de steun van de politiek en samenleving in ons eigen land.

Een moderne krijgsmacht vraagt om een combinatie van hoogwaardig zwaar materieel en geavanceerde technologieën op het gebied van digitale oorlogsvoering. Daarnaast heeft de krijgsmacht ook een belangrijke maatschappelijke taak, zoals zij bij de coronacrisis heeft laten zien in de ondersteuning en organisatie van de zorg.

In de onrustige wereld om ons heen blijft het NAVO-bondgenootschap de belangrijkste garantie voor onze veiligheid. Daarnaast moeten we ook in Europees verband en met andere landen die voor dezelfde waarden staan, de krachten bundelen. In alle gevallen is het van groot belang dat we blijven investeren in de krijgsmacht. Alleen dan kunnen we ook in de toekomst een geloofwaardige en betrouwbare bijdrage leveren aan internationale missies, operaties en oefeningen, en de klassieke taak van de verdediging van de eigen landsgrenzen van het grondgebied van het Koninkrijk waarmaken.

  • Investeren in Defensie is geen keuze, maar een noodzaak en een randvoorwaarde voor stabiliteit en economische ontwikkeling. We willen een helder groeipad, waarmee de uitgaven voor Defensie zo snel mogelijk worden opgetrokken naar de afgesproken NAVO-norm van 2% BBP. In de komende kabinetsperiode wordt tenminste het EU-gemiddelde bereikt. Wij zijn voorstander van het wettelijk vastleggen van de NAVO norm. Dit zorgt voor een betrouwbaar meerjarenbeleid.
  • Europa zal in de toekomst vaker conflicten op eigen kracht moeten oplossen. Daarom zijn wij voorstander van intensievere Europese defensiesamenwerking in de vorm van gemeenschappelijke missies en oefeningen, onderlinge samen- werking van eenheden en landen, taakverdeling van militaire capaciteit en gezamenlijke inkoop. Wij zijn geen voorstander van een geïntegreerd Europees leger, omdat Nederlandse troepen alleen door de Nederlandse regering en het parlement kunnen worden uitgezonden. Dit alles neemt niet weg dat de trans-Atlantische samenwerking in NAVO-verband een hoeksteen blijft van het Nederlands defensiebeleid./li>
  • Versterking van het militair materieel gaat zowel om zwaar materieel als om hoogwaardige technologische systemen en kennis over alle vormen van digitale oorlogsvoering. De tekorten op munitie en materieel worden met voorrang aangevuld.
  • Voor de continuïteit in aanschaf, onderhoud en vervanging van militair materieel willen wij de Europese afhankelijkheid van andere landen verminderen. Dit vraagt om investeringen in een krachtige en innovatieve Nederlandse defensie-industrie. Wij doen vaker een beroep op de Europese uitzondering van nationaal veiligheids- en economisch belang om materieel in Nederland aan te besteden. Zo zorgen wij dat cruciale strategische kennis en technologie in Nederland blijft. Binnen Europa moet Nederland haar rol pakken door deel uit te maken van de kopgroep op Europese defensiesamenwerking.
  • De inlichtingen en veiligheidsdiensten moeten worden versterkt om Nederland te beschermen tegen de groeiende digitale en geopolitieke dreigingen uit landen als Rusland en China. De gezamenlijke huisvesting moet worden aangegrepen om voor de diensten een Cyberhub te creëren, waar het Defensie Cyber commando en het Nationale Cybersecurity Centrum deel van uitmaken. Waar nodig wordt de WIV aangepast om de effectiviteit van de diensten te vergroten.
  • De grote waardering voor het zware werk van Defensie vraagt om een modern loongebouw en een goed salaris voor de militairen, betere kazernes en het beste materieel. We gaan op volle kracht voldoende personeel werven.
  • Onze grote waardering voor de krijgsmacht geldt ook voor de veteranen die ons land hebben gediend. Wij willen meer aandacht voor de gevolgen van uitzendingen op de geestelijke gezondheid van veteranen en hun gezinnen, maar ook meer mogelijkheden voor veteranen om hun kennis en ervaring in oorlogsgebieden te delen met de samenleving. De Invictus Games in ons land en landelijke en lokale veteranendagen zijn een goede gelegenheid om de waardering voor veteranen zichtbaar te maken.

Meer grip op migratie, integratie en burgerschap

In een wereld die steeds kleiner wordt verlaten steeds meer mensen hun land, op de vlucht voor oorlog of geweld of op zoek naar een beter bestaan. Een deel van hen waagt een gevaarlijke overtocht naar Europa en komt terecht in de overvolle kampen in Griekenland en Italië; anderen maken gebruik van de bestaande mogelijkheden om elders een nieuwe toekomst op te bouwen. Zo heeft migratie altijd verschillende gezichten.

Ook ons land heeft als open en welvarende samenleving - al van oudsher - een grote aantrekkingskracht op mensen van buiten. Mensen zochten hier een veilig heenkomen of kwamen naar Nederland voor werk. Ook nu en in de toekomst bieden wij vluchtelingen, in het bijzonder kinderen, die werkelijk in nood verkeren altijd hulp en bescherming.

Toch leidt de toename van het aantal migranten ook tot zorgen. De huidige aantallen overstijgen de spankracht van de samenleving om al deze mensen ook een toekomst te kunnen bieden. Zeker als we weten dat we in het huidige tempo doorgroeien naar een bevolking van 19 miljoen mensen in 2040.

De zorgen over migratie en integratie leiden tot terugkerende spanningen in de politiek en samenleving. Die spanningen ondermijnen de solidariteit en zetten het draagvlak voor nieuwkomers én vluchtelingen onder druk. Juist daarom is het zaak dat we meer grip krijgen op het aantal nieuwkomers dat we als samenleving kunnen en willen opvangen.

Meer grip vraagt om grenzen. Om een goede bewaking van de buitengrenzen van Europa en om heldere en snelle migratie- en asielprocedures om te bepalen wie mag blijven. Ook moeten we in Europa het lastige debat aangaan over de grenzen aan de Europese arbeidsmigratie op grond van het vrij verkeer van personen. Alleen zo behouden we het draagvlak om ook in de toekomst plaats te bieden aan nieuwkomers en vluchtelingen.

Het toelaten van mensen zonder hun echt een plaats te kunnen bieden in onze samenleving is niet barmhartig. Het leidt al snel tot uitbuiting en slechte werkomstandig- heden voor arbeidsmigranten of tot achterstanden en integratieproblemen in opeenvolgende generaties. Daarom moeten we meer werk maken van integratie; als een wederzijdse opdracht voor de nieuwkomer en de samenleving. Integratie vraagt van nieuwkomers burgerschap, het leren van de taal, het vinden van werk en de erkenning van de waarden van onze samenleving. Daar moet tegenover staan dat wie voluit kiest voor ons land, ook moet ervaren dat hij hier een toekomst heeft als volwaardig burger in onze samenleving.

Om zorgen weg te nemen en het draagvlak te behouden, moeten we duidelijk maken dat migratie niet iets is wat ons overkomt, maar een bewuste keuze om hulp te bieden aan vluchtelingen en een toekomst geven aan arbeidsmigranten die onze economie nodig heeft. Door grip te krijgen op migratie en integratie zijn wij ook beter voorbereid op de verwachte toename van het aantal migranten door oorlog en geweld, klimaat- verandering en de verdubbeling van de bevolkingsgroei in Afrika in de komende decennia.

  • Grip op migratie vraagt om concrete migratiedoelstellingen die rekening houden met de spankracht en het draagvlak in de samenleving voor opvang en integratie. Op basis van deze doelstellingen wordt een effectievere aanpak en organisatie van de opvang en integratie van arbeidsmigranten en vluchtelingen vormgegeven. Voor vluchtelingen, in het bijzonder kinderen, die werkelijk in nood verkeren bieden wij altijd hulp en bescherming.
  • Wij willen dat Nederland een voortrekkersrol vervult in de ontwikkeling van een humaan Europees vluchtelingen- en asielbeleid. Kernpunten zijn een strenge controle van de buitengrenzen, humane opvang en primaire beoordeling van asielverzoeken aan de buitengrens, herverdeling over de lidstaten en een effectiever terugkeerbeleid voor afgewezen asielzoekers.

    Nederland voert samen met andere Europese landen een actief beleid om ervoor te zorgen dat de opvanglocaties in de regio geen uitzichtloze kampen zijn, maar echte ‘asielsteden’ waar vluchtelingen zich met goed onderwijs en economische activiteiten kunnen voorbereiden op een nieuwe fase in hun leven, inclusief hulp om terugkeer naar het geboorteland mogelijk te maken.

    Goed migratiebeleid houdt rekening met het onderscheid tussen vluchtelingen en arbeidsmigranten. Mensen die vervolgd worden wegens afkomst, religie of politieke overtuiging hebben recht op asiel. Lidstaten die geen verantwoordelijkheid nemen voor een gemeenschappelijk asielbeleid worden gekort op Europese subsidies of fondsen.

  • Onderdeel van de nieuwe Europese aanpak is een stevig Europees terugkeer- beleid volgens het more for more-principe: landen die meewerken aan de terugkeer van hun onderdanen, krijgen meer en betere afspraken over samenwerking, hulp en handel.
  • Wij gaan in Europa het lastige debat aan over een betere regulering van arbeidsmigranten op grond van het vrij verkeer van personen. Hier ligt een wederzijds belang, omdat Midden- en Oost-Europese landen als Roemenië en Bulgarije kampen met een forse leegloop en verschillende West-Europese landen problemen ervaren van verdringing op de arbeidsmarkt en overlast in wijken. Daarbij kunnen ook bilaterale afspraken tussen lidstaten een oplossing bieden.
  • Slechte werkomstandigheden, misbruik en uitbuiting van arbeidsmigranten worden aangepakt met strengere eisen aan bemiddelaars en uitzendbureaus en meer controles in het grijze en zwarte circuit. We treden ook streng op tegen het misbruik van sociale voorzieningen en toeslagen.
  • Wij geven werkgevers met een grote behoefte aan arbeidsmigranten een eigen verantwoordelijkheid in de opvang, huisvesting en begeleiding. Fiscale prikkels die ervoor zorgen dat het aantrekkelijker is om arbeidsmigranten hierheen te halen dan Nederlandse werknemers in dienst te nemen, worden geschrapt.
  • De kern van het asielbeleid is altijd een individuele beoordeling zodat recht wordt gedaan aan de specifieke omstandigheden van de aanvrager. Om het draagvlak voor asiel en de opvang van vluchtelingen te behouden zijn we streng op het misbruik van het asielrecht. Dat vraagt om een snellere en betere uitvoering van de procedures en voldoende capaciteit voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Ook wordt het niet-meewerken aan uitzetting strafbaar en treden we streng op tegen overlastgevende asielzoekers.
  • Nederland neemt het initiatief voor een nieuw internationaal verdrag voor het terugnemen van burgers. Daarin verplichten landen zich om onderdanen altijd op te nemen, die elders geen recht op verblijf (meer) hebben. Dit betreft zowel afgewezen asielzoekers en migranten, als vluchtelingen voor wie de verdrags- rechtelijke noodzaak tot opvang en bescherming niet langer meer bestaat. Een dergelijke conventie is vooral van belang voor landen die te maken hebben met de grootschalige opvang van vluchtelingen in de regio.
  • Om de druk op migratie te verminderen, met name in de toekomst uit Afrika en het Midden-Oosten, moeten we bereid zijn meer te investeren in goede initiatieven ter voorkoming van gewapende conflicten. We moeten daarnaast altijd bereid zijn landen te helpen die proberen oorlogsgeweld en structurele armoede te boven te komen, evenals landen die met een grootschalige instroom van vluchtelingen uit buurlanden te maken hebben. Zonder adequate opvang en perspectieven is de kans groot dat vluchtelingen verder zullen trekken.
  • Wij willen een nieuw integratiebeleid op basis van wederkerigheid. Deze aanpak is minder vrijblijvend, start vanaf de eerste dag met werk en het leren van de taal, en is meer dan nu gericht op wat een nieuwkomer nodig heeft om als volwaardig burger in onze samenleving mee te kunnen doen. Via vrijwilligersnetwerken en jongeren die hun nationale diensttijd vervullen, koppelen we nieuwkomers aan een ‘maatje’ om hen kennis te laten maken met de Nederlandse samenleving.
  • Het integratiebeleid wordt uitgebreid naar tweede en derde generaties, voor zover die door achterstanden of taalproblemen nog onvoldoende meekomen in de samenleving. Ook voor hen is integratie en burgerschap essentieel om een toekomst op te bouwen in ons land.
  • Wij voeren een Nationaal Compliment in: iedere jongere die het middelbare schooldiploma haalt en iedereen die slaagt voor de inburgeringstoets ontvangt een vlag met wimpel en een digitaal pakket met informatie over onze Nederlandse historie, waarden en normen en democratie. De nieuwe Tweede Kamerfractie wordt gevraagd dit verder uit te werken.
  • Tegen culturele tradities en rituelen die in strijd zijn met de Nederlandse rechtsstaat of het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, zoals huwelijkse gevangenschap en vrouwelijke genitale verminking, treden we streng op. Bij genitale verminking van meisjes moeten, naast de dader, ook de ouders kunnen worden bestraft voor hun medewerking.
  • Wij willen snel een eind maken aan de lucratieve handel in paspoorten door EU-lidstaten. Hierdoor kunnen niet-EU-ingezetenen tegen betaling EU-burger worden en zich vrij door Europa bewegen.
  • Er wonen meer dan een miljoen Nederlanders in het buitenland waarvan velen nog zeer betrokken zijn bij de Nederlandse samenleving. Zij vormen tevens een belangrijk netwerk voor Nederlandse ondernemers die internationaal zakendoen. Zij versterken onze samenleving in het buitenland. Wij zetten ons in om te voorkomen dat Nederlanders in het buitenland hun Nederlandse nationaliteit onterecht verliezen.

Beschermen wat ons bindt en dierbaar is

Onze voorstellen zijn gericht op een samenleving van mensen die onderling verbonden zijn in een sterke gemeenschap. Die verbondenheid gedijt niet op een kale ondergrond. Er is meer dat ons bindt en het gevoel geeft bij elkaar te horen dan het enkele feit dat we met elkaar in hetzelfde land wonen.

Mensen hechten aan taal, cultuur, religie, tradities en folklore. Die vormen onze identiteit en geven betekenis en kleur aan ons leven van elke dag. In de diverse en veelkleurige samenleving die Nederland is, vraagt dit om respect in de omgang met elkaar en de verantwoordelijkheid om de vrijheid van anderen te beschermen en te bewaren.

Polarisatie rond identiteit en cultuur is niet nieuw. Vaker in onze geschiedenis stonden burgers tegenover elkaar om hun geloof of afkomst. Maar evenzo vaak was de uitkomst dat ons land steeds weer de ruimte bood voor mensen met hele verschillende achtergronden en levensovertuigingen. Dat is ook nu de opgave. De verdeeldheid, de verruwing van het publieke debat en de korte lontjes op straat en op social media gaan ons niet verder helpen. Respect, begrip en verdraagzaamheid wel.

Als samenleving moeten we de polarisatie doorbreken door scheidslijnen te overbruggen en te versterken wat ons bindt. Dat vraagt om gedeelde ervaringen. Cultuur, identiteit en traditie zijn geen gestold gegeven, maar altijd aan verandering onderhevig. Ons verhaal van waarden en normen is geen nostalgie naar vroeger, maar een solide basis voor een gezamenlijke toekomst.

Tijdens de lockdown zagen we hoe stil en kleurloos een samenleving zonder die gemeenschappelijke basis is. De kerken, moskeeën en synagogen bleven dicht. Dat viel veel gelovigen en niet-gelovigen zwaar, omdat juist een catastrofe van deze omvang zingevingsvragen oproept. Maar ook heel persoonlijk, omdat we in hele kleine kring afscheid moesten nemen van dierbare overledenen.

Ook kunst en cultuur konden de troost en reflectie niet bieden: musea en theaters moesten dicht, festivals en concerten werden afgelast en de repetities van orkesten, koren en toneelverenigingen werden stopgezet. We misten de inspiratie en de ontspanning die kunst en cultuur brengen. Het is de reden om alles op alles te zetten om te voorkomen dat de crisis leidt tot blijvende schade in de culturele sector en het rijke verenigingsleven in ons land.

Wat onze samenleving bindt zit ook in de symbolen van onze gemeenschap. We zijn zuinig op de Nederlandse taal en de streektalen. We zijn trots op het konings- huis als symbool van continuïteit en nationale eenheid. En we beschermen het nationaal kunstbezit en het erfgoed, om dit door te kunnen geven aan de generaties na ons.

  • Religie en kerkgenootschappen vervullen een essentiële rol in onze samenleving. Daarom staan wij pal voor de bescherming van de vrijheid van godsdienst die aan iedereen - binnen de grenzen van de wet - de ruimte laat om zijn geloof inhoud en vorm te geven, ook in het publieke domein.
  • Juist in tijden met grote vragen is de aandacht voor geestelijke verzorging en zingeving van grote betekenis voor heel veel mensen. Wij willen dat er in deze zware tijd voor de zorg altijd voldoende ruimte is voor zingeving. Dit geldt voor kwetsbare mensen, maar ook voor de professionals in de zorg en andere vitale beroepen.
  • Voor racisme en discriminatie is geen enkele plaats in onze samenleving. Uitsluiting en belediging op basis van welke grond dan ook is een gif dat verhoudingen tussen mensen en groepen verziekt en mensen uit elkaar drijft. Delicten met een discriminatieachtergrond moeten harder worden aangepakt.
  • Wij pakken de ongewenste buitenlandse beïnvloeding door onvrije landen op religieuze en maatschappelijke organisaties aan. Dit vraagt om een verbod op buitenlandse financiering van organisaties die in strijd handelen met de rechts- staat. Ook willen wij een verbod op salafistische organisaties en een openbare lijst van buitenlandse predikers die het land niet in mogen.
  • Wat ons bindt laten we zien met een nieuw nationaal historisch museum over de geschiedenis van Nederland. Samen met onze bestaande rijksmusea en de vele provinciale musea die ons land rijk is, kan dit juist in tijden van polarisatie bijdragen aan verbinding, saamhorigheid en aan het gevoel één veelkleurige gemeenschap te zijn.
  • Na de crisis zetten wij niet alleen in op een fors economisch herstel. We zorgen er ook voor dat makers, instellingen en gezelschappen in de culturele sector de draad weer op kunnen pakken en de samenleving weer kunnen verrijken, verrassen en vermaken. Een herstelplan voor de hele sector moet zowel de professionals als de amateurverenigingen er bovenop helpen.
  • Wij willen een betere regionale spreiding van middelen en voorzieningen voor een volwaardig cultureel aanbod voor professionals en amateurs in het hele land. De huidige nadruk op diversiteit in het aanbod kan niet zonder ook de unieke voorbeelden van de Nederlandse cultuur te beschermen en behouden.
  • Wij houden de uitgaven voor beheer en behoud van het cultureel erfgoed op peil, van waardevolle monumenten en kerken tot publieke en particuliere kunstcollecties, archieven en documenten. Maar ook volksfeesten, lokale tradities en andere voorbeelden van immaterieel erfgoed die mensen over generaties heen inspiratie geven, verdienen onze bescherming.
  • Taal verbindt en maakt dat we elkaar begrijpen en verstaan. Daarom willen wij het Nederlands en het Fries als erkende taal opnemen in de Grondwet. Dat doen we ook voor het Papiaments en Engels in Caribisch Nederland.
  • Wij maken ons sterk voor de erkenning van het Limburgs en Nedersaksisch als officiële overheidstalen. Ook willen wij meer aandacht in het onderwijs voor deze en andere streektalen.
  • Als onderdeel van het leesoffensief en de strijd tegen laaggeletterdheid zetten wij ons in voor het versterken van de Nederlandse literatuur. Dat gaat om lees- campagnes voor jongeren, de promotie van Nederlandse auteurs in het buitenland en het behoud van bibliotheken in iedere gemeente.
  • Wij maken ons sterk voor een pluriform en sterk medialandschap. Buitenlandse mediabedrijven op de Nederlandse markt worden verplicht te investeren in Nederlandse producties. De publieke omroep blijft de basisvoorziening in ons bestel. Wij willen meer ruimte voor regionale programmering op de landelijke netten en bieden extra ondersteuning aan lokale en regionale media die een belangrijke rol vervullen in de nieuwsvoorziening in gemeenten en provincies. Regionale en lokale zenders kunnen ook ingezet worden voor het behoud van de streektaal.
  • Wij willen in de dagprogrammering van de publieke omroep meer laagdrempelige programma’s voor de aanpak van laaggeletterdheid en de integratie van nieuwkomers.
  • Het op 5 mei stilstaan bij onze hard bevochten vrijheid draagt bij aan nationale saamhorigheid en het besef dat het een groot goed is om te leven in een vrije en veilige samenleving. Daarom wil het CDA in overleg met sociale partners komen tot een jaarlijks collectief vrije en betaalde bevrijdingsdag, waarbij op deze dag ook de educatieve kant van de bevrijdingsdag wordt belicht.

Kiezen voor een nieuwe politiek van samenwerking en verbinding

Tot slot. Nederland is een land met een groot onderling vertrouwen in elkaar en de overheid. Voor een coöperatieve samenleving is dit vertrouwen en saamhorigheids- gevoel onmisbaar, maar nooit vanzelfsprekend. Onderliggende trends als de versnippering van het politieke landschap en grote verschuivingen bij verkiezingen laten zien dat het vertrouwen geen vast gegeven is.

Dit moet de politiek zich aantrekken. Omdat het politieke debat te vaak geen toonbeeld is van beschaving. Omdat de toon verhardt en omgangsvormen verruwen als politici elkaar met filmpjes bestoken om tegenstanders zwart te maken. Omdat de hype van de dag of een scherpe quote vaak meer de aandacht trekken dan een doordacht betoog over de echte problemen in de samenleving of de kwaliteit van nieuwe wetten. Maar vooral omdat het vertrouwen in de politiek het fundament is van onze democratie en onze rechtsstaat.

Politici hebben een voorbeeldfunctie. In integer gedrag en in de verantwoordelijkheid voor een fatsoenlijk democratisch debat. Het parlement is geen talkshow. De politieke afrekencultuur holt de ministeriële verantwoordelijkheid uit en schaadt het vertrouwen in de politiek. Polarisatie vergroot tegenstellingen uit en sluit niet aan bij het overgrote deel van de Nederlanders die redelijk en genuanceerd in het leven staan.

Een goed politicus kan met overtuiging een eigen visie neerzetten, maar is ook altijd op zoek naar bredere steun voor haalbare oplossingen. ‘Het compromis is het enige juiste antwoord op het feit dat wij mensen uniek zijn’, zei Angela Merkel onlangs. Dat geldt voor ons ook. Wat we aan het eind van de dag in de Tweede Kamer voor mensen kunnen bereiken is veel belangrijker dan ons eigen gelijk. Samenwerking is de enige manier om iets te bereiken. Daarom willen wij ook vaker, over de grenzen van coalitie en oppositie heen, afspraken maken voor de lange termijn om grote vraagstukken als klimaat, migratie of de noodzakelijke investeringen in de krijgsmacht van een oplossing te voorzien.

In een samenleving waarin iedereen meedoet moeten wij waken voor het gevaar van een politiek tweestromenland, waarin het politieke debat alleen nog wordt gevoerd door hoogopgeleiden en deskundigen en anderen langs de kant staan met het gevoel dat ze niets te zeggen hebben. Iedere mening telt en moet worden gehoord. Daarom willen wij zeggenschap teruggeven aan de samenleving en betrokkenheid en draagvlak van onderop organiseren. Dat kan door de experimenten met burgerberaden en de keuze voor een kiesstelsel waarin de stem van burgers en de nabijheid van de volksvertegenwoordiger zwaarder tellen.

Als brede volkspartij zien wij het als onze taak om vanuit het midden steeds opnieuw een brug te slaan tussen verschillende groepen in onze samenleving en de verbinding en samenwerking te zoeken. Wij doen niet mee aan de politieke verruwing van feiten- vrije politieke stellingnames en verdachtmakingen. Wij zijn direct en duidelijk, maar niet onbeschoft. De normen en waarden die we in de samenleving heel normaal vinden, gelden ook aan het Binnenhof.